Consument wil zelf opgewekte energie eerst zelf verbruiken
Bouwnieuws | Door de redactie
Geplaatst: 16-04-2015
 Beeld: Essent
Consumenten die zelf energie opwekken met bijvoorbeeld zonnepanelen willen deze energie het liefst zelf verbruiken. Pas als zij hun zelfopgewekte energie niet meer zelf nodig hebben, willen zij dit delen. Eerst met de buren en pas daarna met de rest van Nederland. Dit blijkt uit onderzoek onder 40 huishoudens in de smart grid proeftuin ‘PowerMatching City’ in Groningen van energiebedrijf Essent in samenwerking met de TUDelftHanzehogeschool Groningen en DNV GL. Kosten besparen blijkt de belangrijkste drijfveer.
Opsteker voor energietransitie De proef toont aan dat consumenten waarde hechten aan het zelf gebruiken van de energie die zij opwekken en bereid zijn om de momenten waarop zij energie verbruiken aan te passen.
De uitkomsten van dit onderzoek zijn een opsteker voor de groei van het grillige aanbod duurzame energie in Nederland. Door die groei neemt het risico op onbalans, overbelasting en uitvallen van de elektriciteitsnetten toe. Netbeheerders kunnen dit oplossen door extra te investeren in de netten. Maar dat is niet altijd de goedkoopste oplossing. Een alternatief is dat netbeheerders kijken naar de inzet van flexibiliteitsdiensten vanuit de markt, zoals vraagsturing. Bij vraagsturing wordt het verbruik van duurzame energie afgestemd op het aanbod. Zo wordt het net ontlast en duurzame energie slimmer gebruikt.
Patrick Lammers, Chief Commercial Officer van Essent: 'Voor de toekomstige betrouwbaarheid van de netten is het belangrijk dat huishoudens met zonnepanelen hun zelfopgewekte zonne-energie maximaal zelf gaan gebruiken in plaats van terug leveren aan het stroomnet. Nu uit onderzoek blijkt dat consumenten hierin geinteresseerd zijn, bieden flexibiliteitsdiensten als vraagsturing een reële kans om de energietransitie te realiseren en tegelijkertijd de energierekening betaalbaar te houden. We zullen daar de komende tijd, samen met klanten, verder op gaan innoveren.'
Automatische vraagsturing kost minste moeite De proef laat zien dat huishoudens het liefst willen dat de momenten waarop zij energie verbruiken via automatische vraagsturing wordt aangepast. Dit kost minder moeite dan dat zij handmatig slimme huishoudelijke apparaten als de wasmachine of droger moeten programmeren. Automatische vraagsturing kan bijvoorbeeld met een warmtepomp. Overdag als de zon schijnt maar veel mensen niet thuis zijn, is er weinig vraag naar energie. Op dat moment gebruikt de warmtepomp automatisch de opgewekte zonne-energie om ventilatielucht te verwarmen. Met die verwarmde lucht kan men ’s avonds, als de zon niet schijnt maar er juist meer vraag is naar energie, bijvoorbeeld het huis verwarmen.
Kosten als drijfveer Huishoudens zijn meer geneigd om hun vraag naar energie aan te passen aan het aanbod van duurzame energie als zij weten hoeveel kosten zij daarmee kunnen besparen. Informatie over een lage energieprijs blijkt in het onderzoek een grotere drijfveer om op een bepaald moment stroom te verbruiken dan informatie over de beschikbaarheid van duurzame, lokale energie. De betrokken huishoudens geven aan dat informatie in euro’s meer tastbaar en gemakkelijker te vergelijken is dan informatie over hoe duurzaam het energieverbruik op bepaalde momenten is.
Over het onderzoek Het onderzoek onder huishoudens is onderdeel van de tweede fase van de smart grid proeftuin ‘PowerMatching City’ in Groningen. Deze proeftuin is bedoeld om een slim energiesysteem te testen waarin vraag naar en aanbod van energie op elkaar worden afgestemd met de PowerMatcher. In de eerste fase van de proeftuin is gebleken dat het technisch mogelijk is om vraag en aanbod van energie op elkaar af te stemmen. In de tweede fase is getest onder welke omstandigheden huishoudens bereid zijn om hun vraag naar energie te verschuiven.
Naast de PowerMatcher zijn bij de 40 deelnemende huishoudens verschillende slimme apparaten aangesloten op het PowerMatcher-systeem, zoals warmtepompen en slimme wasmachines die zodanig te programmeren zijn dat ze automatisch aangaan op gunstige momenten. Ook hebben de Groningers een tablet ontvangen voor informatie over hun energieproductie- en consumptie en de actuele energieprijzen. Samen met slimme energiediensten zijn in het onderzoek vanaf maart 2013 de ervaring, voorkeur en drijfveren getest van huishoudens om hun vraag aan te passen aan het aanbod van energie.
Het consortium van Power Matching City bestaat uit de projectpartners DNV GL, Enexis, Essent, Gasunie, ICT Automatisering en TNO, en daarnaast uit de kennispartners TU Delft, TU Eindhoven en de Hanze Hogeschool Groningen.
Bron: Essent
Overig Bouwnieuws
|