Duurzaam koelen en verwarmen in stadion amsterdam arena
Javascript is uitgeschakeld

Duurzaam koelen en verwarmen in stadion Amsterdam ArenA

Geplaatst: 20-03-2012

De elektrische airco’s, koelmachines en verwarmingsketels van de Amsterdam ArenA gaan de deur uit. Dit jaar schakelt de ArenA over op duurzame koude van Nuon en wordt er méér gebruik gemaakt van duurzame warmte. Steenkoud water uit de nabijgelegen Ouderkerkerplas fungeert voortaan als bron om de kantoren, vergaderzalen en andere ruimten in de voetbaltempel ’s zomers koel te houden. De CO2-uitstoot daalt er met zo’n 75 procent door.

De Amsterdam ArenA rondt komende zomer een modernisering af die ongeveer een jaar in beslag nam. Onderdeel daarvan is een verregaande CO2-reductie van het zestien jaar oude stadion. Het doel van deze operatie: de ArenA moet in 2015 klimaatneutraal zijn, terwijl de daarmee samenhangende kosten binnen tien jaar zijn terugverdiend. “De ArenA moet een echt duurzaamheidsicoon worden”, zegt Henk van Raan, directeur facility management van de voetbaltempel. Via een samenwerking met energiebedrijf Nuon is de ArenA de komende 25 jaar verzekerd van duurzame warmte en koude, waardoor de CO2-uitstoot tot 75 procent omlaag gaat. Voor de levering van elektriciteit is in december een contract gesloten van 8,5 GWh per jaar. De stroom die bij evenementen nodig is, is groen. Om de uitstoot verder terug te dringen, wil Amsterdam ArenA een deel van het stadiondak voorzien van zonnepanelen, gebruik gaan maken van windenergie en de groeiverlichting van de grasmat samen met Philips met superzuinige LED-verlichting uitvoeren.

Onderhoud
Om de CO2-reductiedoelen van de ArenA te realiseren is klimaatvriendelijk verwarmen en koelen noodzakelijk, vertelt Van Raan. “Maar liefst 37 procent van de totale CO2-uitstoot van het stadion is daarop terug te voeren, zo bleek uit berekeningen die voor de renovatie zijn uitgevoerd.” Met duurzame warmte en koude kan de ArenA de CO2-uitstoot met zo’n 750 ton verminderen. Dat is vergelijkbaar met de uitstoot die jaarlijks veroorzaakt wordt door ruim honderd keer met de auto de wereld rond te rijden. Amsterdam ArenA krijgt een aansluiting op het koudenet van Nuon met een jaarlijkse capaciteit van 2,4 megawatt. De belangrijkste voordelen van koude zijn – naast het duurzame karakter – volgens Van Raan het minimaliseren van de kosten voor beheer en onderhoud en de leveringszekerheid. “We hebben immers geen koelmachines meer nodig. Bovendien zijn de kosten per saldo vergelijkbaar met de traditionele koelmethoden. Er is dus geen enkele reden om het niet te doen.”

Koudeproductie
Nuon produceert de koude door gebruik te maken van het water onderuit de Ouderkerkerplas, waarvan de temperatuur enkele graden boven het vriespunt ligt. De plas ligt hemelsbreed circa drie kilometer bij de ArenA vandaan. Het water wordt opgepompt van 45 meter diepte en getransporteerd naar een warm-tewisselaar in een koudecentrale. Via de warmtewisselaar koelt het koude meerwater het transportwater, dat zich bevindt in de leidingen van het koude-netwerk. Het opgewarmde meerwater gaat meteen weer terug naar de Ouderkerkerplas waar het zich mengt met het oppervlaktewater. De koude gaat met een temperatuur van circa zes graden Celcius via een gesloten leidingennet naar de ArenA, waar het gebruikt wordt in de kantoren, vergaderzalen en andere ruimten waar koeling nodig is.

Grasmatverwarming
Naast het gebruik van duurzame koude, gaat de ArenA ook intensiever gebruikmaken van stadswarmte. Daarmee wordt onder meer de grasmat verwarmd. De warmte is eveneens duurzaam omdat daarvoor gebruik gemaakt wordt van de restwarmte die vrijkomt bij de elektriciteitsproductie in de centrale van Nuon in Diemen. Deze restwarmte verwarmt transportwater dat zich bevindt in een gesloten stadswarmtenetwerk. Op deze manier verwarmen betekent een halvering van de CO2-uitstoot. Al voor de verbouwing van de ArenA werd een deel van de warmte van dit stadswarmtenetwerk afgenomen. “Maar als er extra warmte nodig was, bijvoorbeeld tijdens de koude wintermaanden, werden twee verwarmingsketels bijgeschakeld”, zegt Van Raan. “De levering van stadswarmte is uitgebreid tot 3,5 megawatt, terwijl de behoefte aan warmte terug is gebracht door isolatie, een slim gebouwbeheerssysteem en betere inregeling van de installaties. Hierdoor hebben we die twee verwarmingsketels dus ook niet meer nodig”, aldus Van Raan. “Dat scheelt kosten voor het ruimtegebruik, aardgas en onderhoud.”

Toekomst
Vormen van collectieve koude- en warmtevoorziening hebben de toekomst, zegt Cor Leguijt van CE Delft. Leguijt is senior onderzoeker en themaleider ‘gebouwde omgeving’ bij dit energie¬adviesbureau. “Op de langere termijn zie ik weinig toekomst voor verwarming met aardgas in individuele woningen en gebouwen”, zegt hij. Daar komt bij dat de vraag naar koeling toeneemt, niet alleen bij zakelijke gebruikers maar ook bij consumenten. Om te voorkomen dat de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving hierdoor exponentieel toeneemt, is duurzame koude noodzakelijk. Volgens Leguijt heeft dit ook te maken met de klimaatdoelen van de EU, die ook voor Nederland gelden. Leguijt: “Op termijn willen we naar tachtig tot 95 procent CO2-reductie. De consequentie daarvan is dat de gebouwde omgeving uiteindelijk emissieneutraal moet zijn, om voor de industrie nog enige speelruimte te hebben. In grootstedelijke gebieden is stadsverwarming dan een uitstekende oplossing, zeker naarmate de warmtebronnen verder verduurzamen.” CE Delft heeft ook onderzoek gedaan naar de klimaatwinst die stadsverwarming nu al oplevert. “Uit onze berekeningen blijkt dat stadsverwarming via de traditionele AVI’s resulteert in een vermindering van de CO2-uitstoot van zo’n zestig procent.” De CO2-reductie bij duurzaam geproduceerde koude is circa 75 procent in vergelijking met traditionele koelmethoden zoals elektrische airconditioning en koelmachines.

Twee grootschalige koudecentrales in Nederland
In Nederland zijn nu twee grootschalige koudecentrales. Beide staan in Amsterdam. In augustus 2006 is het eerste Nederlandse koudestation geopend: ‘Zuidas Koude’. Sindsdien levert deze centrale ‘koude’ aan bedrijven op de Amsterdamse Zuidas. Daarvoor maakt het gebruik van water uit De Nieuwe Meer, een zandwinningplas ten zuidwesten van Amsterdam. Deze eerste koudecentrale heeft een capaciteit van 75 MW. Met een 5,5 kilometer lang en goed geïsoleerd leidingennetwerk wordt de koude geleverd aan gebouwen van ABN AMRO, KPN en VU/VUmc. In 2010 hebben de verbruikers op de Zuidas samen ruim 3.200 ton CO2 bespaard op koeling. Daarbij was de leveringszekerheid meer dan 99,7 procent. In mei 2010 opende Nuon de tweede koudecentrale in Amsterdam Zuidoost. Deze produceert koude door jaarlijks 8 miljoen kubieke meter liter koud water op te pompen uit de nabijgelegen Ouderkerkerplas. Het maximale vermogen van deze centrale is zestig MW, met mogelijkheden voor uitbreiding in de toekomst. Via een transport-leiding komt de koude bij de gebruikers terecht. Naast de Amsterdam ArenA koelt Nuon op deze manier kantoren van onder andere ING en Atlas ArenA Amsterdam en de kantoren en studio’s van Endemol.

Koudewinning voorkomt groei blauwalg
Voordat Nuon begon met de koudewinning in de Ouderkerkerplas, was blauwalg er een groot probleem. De algen veroorzaken irritatie van ogen en huid en maken recreatie vrijwel onmogelijk. Een belangrijke voedingsbron voor de algen is fosfaat. Dit fosfaat is onderin de plas ruim beschikbaar vanwege de zuurstofloze omstandigheden in het diepe water. In de zomer komt dit fosfaat echter naar boven, met als gevolg een algenexplosie in het oppervlaktewater. Om de algengroei te beperken heeft Nuon besloten zuurstof toe te voegen bij de bodem van de Ouderkerkerplas. Hierdoor ontstaat een chemische reactie waarbij fosfaat wordt gebonden aan het ijzer in het water. Vervolgens slaat het neer op de bodem. Met als gevolg dat het fosfaat¬gehalte daalt en de algengroei afneemt. Het toevoegen van zuivere zuurstof om de algengroei terug te dringen is uniek in Nederland. Inmiddels hebben diverse organisaties de Ouderkerkerplas uitgekozen als wetenschappelijk studieobject. Zo doen Waternet, de WUR en de Radboud Universiteit Nijmegen onder meer onderzoek naar de waterkwaliteit, de bodemmacrofauna, de visstand en het effect op de oevers. Hiervoor zijn diverse subsidies toegekend, waaronder van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het innovatieprogramma KRW.

Bron: Techniek, Bouwformatie uitgave 3 van 20 maart, 2012

Overig Bouwnieuws

'Plan ligt klaar voor nieuwe stad op Tata Steel terrein' 24-04-2025
Halvering stikstofuitstoot uiterlijk in 2035 24-04-2025
'Komende jaren duizenden woningen minder door coalitiedeal' 24-04-2025
Nieuwe boringen naar aardgas op de agenda 24-04-2025
Makelaars bezorgd om krimpende huurmarkt 24-04-2025
Rijk legt miljard euro bij voor dijkversterkingen 24-04-2025
Huizentekort loopt op door huurbevriezing 22-04-2025
Dag van de Bouw verschoven om NAVO-top 22-04-2025
Kabinet stelt zich garant voor miljardenleningen TenneT 22-04-2025
Bouwprojecten voor stroomnet in gevaar 22-04-2025
 

Onze partners

  • ACO
  • Xella Nederland SILKA
  • Calduran Kalkzandsteen
  • BIA Beton
  • Archidat Bouwformatie
  • Dutch Engineering
  • VELUX Commercial
Sluit deze advertentie