Geintegreerde aanpak vooroorlogse woningen duurzaam renovere
Javascript is uitgeschakeld

Duurzaam renoveren voor beter energielabel

Geplaatst: 07-03-2012

Ongeveer twintig procent van de Nederlandse woningvoorraad zijn gebouwd vòòr 1945. Met bijna één miljoen eengezinswoningen en meer dan 400.000 meergezinswoningen komt het totaal aantal nog bestaande vooroorlogse woningen uit op iets meer dan 1,4 miljoen[1]. Het oorspronkelijke energetische niveau van deze woningen valt binnen het energielabel G. Door plaatsing van cv-installaties, dubbel glas en/of thermische isolatie is de energiezuinigheid in beperkte mate verbeterd en komt het huidige energielabel gemiddeld uit op E. Hiermee is het de meest energie onzuinige groep woningen binnen de bestaande Nederlandse woningvoorraad[1]. Om deze woningen op het energetische niveau te krijgen zoals deze ook voor nieuwbouwwoningen gelden, is een geïntegreerde aanpak nodig. Deel 2 in de serie Duurzaam renoveren.

Voor de oorlog werden er op grote schaal houten begane grondvloeren toegepast, waarop houten vloerdelen werden geplaatst. Doordat deze vloeren niet voldoende luchtdicht zijn hebben bewoners vaak te maken met stankoverlast door vocht en schimmel vanuit de kruipruimte. Tevens kan dit gezondheidsrisico’s en bouwkundige problemen opleveren, zoals aantasting van de houten balklaag. Over het algemeen ontstaan de vocht- en schimmelproblemen door een te hoge grondwaterstand, regenwater, condensvorming of onvoldoende ventilatie. Om tot een oplossing te komen is het belangrijk om de oorzaak aan te pakken. In veel gevallen kunnen vocht- en schimmelproblemen in de kruipruimte worden vermeden door een goede bodemafsluiting toe te passen in combinatie met voldoende kruipruimteventilatie. Er zijn verschillende bodemafsluiters toepasbaar, waaronder dampremmende folie, schelpen, zand en polystyreen chips. Schelpen en polystyreen chips hebben een isolerende werking, waardoor condensvorming vermindert. In geval van stankoverlast vanuit de kruipruimte is het mogelijk een dampdichte bodemafsluiting in combinatie met een nieuw aangebrachte zandlaag voor te schrijven. Op projectniveau zal de meest voor de hand liggende oplossing moeten worden bekeken.

Vloeren
Houten begane grondvloeren zijn eenvoudig te isoleren. Wanneer de kruipruimte voldoende vrije kruiphoogte biedt kan de onderzijde van de vloer nageïsoleerd worden. Is er onvoldoende kruiphoogte, dan kan de vloer ook van bovenaf verbeterd worden. Doordat een aantal soorten vloerbedekkingen, zoals vinyl, een dampremmende werking hebben, moeten de isolatieplaten dampopen te zijn. Hiermee wordt opsluiting van vocht en de daarmee gepaarde kans op houtrot voorkomen. Indien de houten vloerdelen niet voldoende luchtdicht zijn, kan er een luchtdichte uitvlaklaag op de vloer aangebracht worden. Het kruipluik en eventuele doorvoeren dienen eveneens voldoende luchtdicht afgewerkt te worden.

Platen
Bij het plaatsen van isolatieplaten tussen de balklaag zorgen de balken zelf nog altijd voor koudebruggen en dus een verlaging van de rc-waarde en binnen oppervlaktetemperatuur. Hiervoor kunnen ter plaatse van de balken (HR-)isolatiestroken aangebracht worden die tevens dienen als ondersteuning van de isolatieplaten tussen de balken. Zorgvuldig aangebrachte na-isolatie levert een forse bijdrage bij het verhogen van de binnen-oppervlaktetemperatuur en daarmee de energiezuinigheid en behaaglijkheid van de woning.Voor 1920 werden gevels vrijwel uitsluitend uitgevoerd in steens of anderhalfsteens metselwerk. Om ongewenste effecten van vochtdoorslag te voorkomen werd de binnenzijde van de steensmuur betengeld of voorzien van een mastieklaag. Ook was het gebruikelijk om een steensmuur met klamplaag toe te passen. Om vochtdoorslag te voorkomen werd na 1920 de spouwmuur in toenemende mate toegepast. De meeste vooroorlogse gevels zijn echter in massief metselwerk uitgevoerd. Daarvoor dus aandacht in dit artikel. Bestaande massieve gevels kunnen zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde nageïsoleerd worden. De keuze voor het isolatiesysteem is afhankelijk van uiteenlopende factoren van bouwtechnische, architectonische en organisatorische aard, welke hieronder nader uitgelicht worden.

Buitenzijde
Isoleren aan de buitenzijde van de gevel heeft in veel gevallen vanuit bouwfysisch oogpunt de voorkeur. Koudebruggen worden ingepakt en de bestaande massa kan gebruikt worden om warmte op te slaan (warmteaccumulatie). De constructie wordt zodoende niet blootgesteld aan grote temperatuursschommelingen en de kans op oppervlakte- of inwendige condensatie is hierdoor klein. Zorg er wel voor dat in de constructie aanwezige waterdamp een weg naar buiten kan vinden, om schimmel en rotting te voorkomen. Een ander voordeel van isoleren aan de buitenzijde is dat bestaande bewoners tijdens de renovatie over het algemeen weinig hinder ondervinden. Bij buitenisolatie zullen het gevelbeeld en aansluitende bouwdelen, zoals goten, neggen en overstekken vaak aanzienlijk wijzigen. Dit kan onwenselijk, onpraktisch, of financieel onhaalbaar zijn. Isoleren aan de binnenzijde is dus een goed alternatief. Eén van de belangrijkste redenen waarom er voor isolatie aan de binnenzijde van de gevel wordt gekozen is de esthetische waarde van de buitenschil. Karakteristieke kenmerken, zoals metselverbanden, overstekken en schotelankers blijven hierdoor volledig behouden. Bij isoleren aan de binnenzijde van de gevel is het belangrijk dat er geen overvloedige waterdamp de constructie binnen kan dringen. Toepassing van een goede en nauwkeurig aangebrachte dampremming aan de binnenzijde van de woning is een vereiste om kans op schimmel en rotting in de constructie te voorkomen. Onderbrekingen van de dampremmende laag, door bijvoorbeeld wandcontactdozen en schakelaars dienen met een goed dampdicht manchet uitgevoerd te worden. Met name bij huurwoningen kan isoleren aan de binnenzijde voor organisatorische problemen zorgen. De bestaande huurders moeten in veel gevallen tijdelijk herhuisvest worden. Daarom zie je dat deze vorm van na-isoleren regelmatig plaatsvindt bij mutatiewoningen. Daarbij heeft deze isolatievorm vaak nadelige gevolgen voor het gebruiksoppervlak en daarmee ook de verhuurprijs van de woning.

Gevelopeningen
Vooroorlogse woningen kenmerken zich vaak door fraai gedetailleerde kozijnen en enkel glas. Houten kozijnen zijn het meest voorkomend, maar ook ranke stalen kozijnen komen voor. Aan de bovenzijde bevindt zich doorgaans een rollaag, schuine strek, hanenkam, segmentboog of rondboog ten behoeve van het opvangen van het bovenliggende metselwerk. De zware bovendorpel van het houten kozijn had vaak een (deels) dragende functie. Wanneer de gevel aan de buitenzijde wordt geïsoleerd gaat dit vaak gepaard met het plaatsen van een nieuw kozijn. Dit nieuw aan te brengen kozijn kan direct voorzien worden van hoogwaardige beglazing en een luchtdichte aansluiting.Wanneer het kozijn zelf wordt gehandhaafd, is het aan te bevelen een nieuw draaiend deel aan te brengen welke geschikt is voor toepassing van HR++ beglazing. Dit principe komt vaak voor wanneer het houten kozijn een dragende functie heeft. Ook bij gevelisolatie aan de binnenzijde en een goede conditie van het kozijn komt handhaving van het bestaande kozijn geregeld voor. Stalen kozijnen presteren qua energiezuinigheid erg slecht. Vaak is het onmogelijk om deze te behouden en daarnaast een energiezuinige woning te creëren. Deze kozijnen kunnen vervangen worden door slankere renovatieprofielen om op deze manier het bestaande gevelbeeld toch zoveel mogelijk te benaderen. Ook het plaatsen van voorzetramen kan eventueel uitkomst bieden. Bij renovatie van het kozijn is het goed mogelijk ventilatieroosters aan te brengen. Deze dragen bij aan een goede vochthuishouding van de woning en een gezond binnenklimaat.

Daken
Hellende daken zijn traditioneel vervaardigd als sporen- of gordingkap. Bij grote overspanningen en krachtoverbrenging werden er spantconstructies toegepast. De bekendste vooroorlogse voorbeelden zijn het Hollands kapspant en later het verbeterd Hollands kapspant. De bebording (dakbeschot) bestond in de regel uit houten delen die haaks op de onderliggende constructie werd bevestigd. Voor de afwatering werden deze delen veelal voorzien van een waterhol. Ook bij daken moet er een keuze gemaakt worden voor binnen- of buitenisolatie. De voor- en nadelen van beide methoden zijn in hoofdlijnen gelijk aan die van de gevels. Isoleren aan de buitenzijde is over het algemeen iets lastiger uitvoerbaar, omdat de dakbedekking, tengels en panlatten eerst verwijderd dienen te worden alvorens het dak te isoleren. Voordeel is wel dat de bestaande dakconstructie volledig in het zicht blijft. Wel zal nader bekeken moeten worden of het regenwater binnen de goot valt. Is dit niet het geval dan zullen er aanpassingen aan de gootconstructie gedaan moeten worden. Evenals de begane grondvloeren werden verdiepingsvloeren vrijwel uitsluitend vervaardigd als houten balklaag met houten vloerdelen. De balklaag werd aan de gevels verankerd middels schotel- of haakankers. Deze ankers zorgen voor een constructieve koppeling tussen gevel en vloerveld, waardoor de kans op doorknikken van de wanden werd voorkomen. Het plafond bestond vaak uit stucwerk op een rietlaag, die met rachels aan de balklaag werd verbonden. De bestaande verdiepingsvloeren hebben een beperkte weerstand tegen brand en geluidsoverdracht. Om dit te verbeteren is het mogelijk om minerale wol tussen de balklaag en brandwerende beplating tegen het plafond aan te brengen. Dit werkt zowel geluiddempend als brandwerend. Op de vloerdelen kan een akoestische isolatielaag aangebracht worden, waardoor geluidsoverdracht wordt gereduceerd. Indien extra geluidsreductie is vereist kunnen ook de plafondplaten akoestisch worden ontkoppeld middels veerregels die vervolgens aan de balklaag worden bevestigd. Tevens kunnen bestaande verwarmingssystemen en radiotoren vervangen worden door duurzame laagtemperatuur verwarming. Vloerverbetering leent zich uitstekend voor het toepassen van vloerverwarming.De meeste vooroorlogse woningen zijn erg gehorig. Dit komt doordat de woningscheidende wanden onvoldoende massa hebben en de omliggende bouwdelen niet voldoende ontkoppeld zijn. Om de geluidsoverdracht door de woningscheidende wand te beperken is het mogelijk een akoestisch isolerende voorzetwand te plaatsen. De dimensies van deze voorzetwand moeten bepaald worden naar aanleiding van de aanwezig constructie en het gewenste geluidsisolatieniveau. Het consequent doorzetten van voorzetwanden geeft echter wel vaak problemen ter plaatse van de trap- en bestaande binnenwandaansluitingen. Zeker wanneer naast elkaar gelegen woningen een gespiegelde plattegrond hebben en de trappen op dezelfde positie de woningscheidende wand flankeren, zullen er aanvullende maatregelen genomen moeten worden. Niet alleen zal de buitenschil van vooroorlogse woningen zal zorgvuldig geïsoleerd moeten worden, maar ook de aanwezige installaties, zoals verwarming- en ventilatievoorzieningen moeten in de meeste gevallen verbeterd of vervangen worden. In dit tweede artikel uit de vijfdelige reeks ‘Duurzaam renoveren’ worden de belangrijkste gebouwonderdelen behandeld. Op basis van de bestaande toestand zullen aanbevelingen gedaan worden om tot duurzame en energiezuinige renovatiemaatregelen te komen. Het eerste artikel, getiteld ‘Grote kansen voor bouw in renoveren’ is geplaatst in Bouwformatie 1, 31 januari 2012.

Serie: Duurzaam renoveren
Ing. Jourdain Martens is werkzaam bij Archidat, Voor meer info: 071 – 519 19 60. Het artikel ‘Renovatie energie onzuinige woningvoorraad vormt uitdaging bouw’ is het eerste deel uit de vijfdelige reeks Duurzaam renoveren. Het volgende artikel (3) gaat in op de mogelijkheden.

Bron: Bouwformatie uitgave 2, 2012. Bouwformatie is met een oplage van 20.100 het grootste gratis vakblad voor de Nederlandse bouw. Bouwformatie is aangesloten bij HOI (Instituut voor media auditing, oplagecijfers van dagbladen en vaktijdschriften) en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV). 

    

Overig Bouwnieuws

VolkerWessels krijgt opdracht tunnel Zuidasdok te bouwen 05-09-2024
Zuid-Holland staat woningbouw Gnephoek toe 05-09-2024
Technische sectoren willen meer migranten kunnen aantrekken 04-09-2024
Keijzer: 'forse' huurstijging niet verrassend, wel nodig 04-09-2024
Woninghuren stegen in juli het sterkst in ruim dertig jaar 04-09-2024
Nieuwbouw tussenwoning nog duurder door nieuwe CAO 03-09-2024
Architect dreigt met rechtszaak om sloop museumvleugel 03-09-2024
Bouw nieuw dorp zeker jaar opgehouden door rechtszaak 03-09-2024
NHG wil ook garantieregeling voor kopers flexwoningen 03-09-2024
Ruimte in Zuid-Holland voor 24.000 woningen op parkeerplekken 02-09-2024
 

Onze partners

  • Itho Daalderop
  • Wienerberger
  • De Groot Vroomshoop
  • Techcomlight
  • Duco Ventilation & Sun Control
  • Dycore
  • Leviat
Sluit deze advertentie