Het duurzaamste kantoorgebouw van nederland
Javascript is uitgeschakeld

Het duurzaamste kantoorgebouw van Nederland

Geplaatst: 19-04-2010
Duurzaam bouwen houdt veel meer in dan slechts zorgen voor een gebouw dat ‘lang meegaat’. Dat kun je rustig concluderen als je kijkt naar de gerenoveerde Watertoren aan de rand van Bussum.Met de oude watertoren als blikvanger, hebben Michiel Haas (NIBE) en Bob Custers (VOCUS-Architecten bna) een project gerealiseerd dat in vele opzichten uniek is. Uniek qua architectuur, maar ook uniek qua technologie en duurzaamheid. Duurzaam bouwen is een trend,” stelt Haas. “Maar wat is duurzaam? Sommige projectontwikkelaars vinden het realiseren van een gebouw dat lang mee gaat al duurzaam bouwen. Wij benaderen het begrip echter anders. Breder vooral. Zoals de Engelsen dit doen door er twee gerelateerde begrippen voor te hanteren, durability en sustainability. Het eerste betekend duurzaam in de zin van een lange levensduur, sustainability is milieubewust. Wij hebben beide begrippen in het project ‘Bussumse Watertoren’ gecombineerd. Met name het duurzame en milieubewuste karakter sprak de toenmalige eigenaar van de watertoren, die voor de verkoop een prijsvraag had uitgeschreven, erg aan. Ook de omwonenden en de gemeente waren onder de indruk van onze plannen. Met het programma GreenCalc+ hebben we een levenscyclusanalyse uitgevoerd en kwamen daarmee op de hoge MIG score van 900 tot 1.000. Dat is de hoogste waarde voor een in Nederland gerealiseerd kantoorgebouw tot nu toe.”



Multifunctioneel
Het nieuwe gebouwencomplex bestaat uit een toren van bijna 40 meter hoogte en een bijbehorend ‘paviljoen’ van 4 lagen, te weten drie kantoorlagen van elk circa 1.000 m2 en een ondergelegen parkeerlaag. Het paviljoengebouw staat ‘verzonken’ naast de watertoren, ofwel ca. -3 meter ten opzichte van de entree van de watertoren. Het natuurlijke hoogteverschil in het terrein maakte het mogelijk om de parkeerlaag verdiept te leggen zonder een kelder te hoeven bouwen. Echter om de toren niet te laten omvallen vanwege de naastgelegen bouw, is gebruik gemaakt van een tijdelijke grondvoorziening. De op zand gefundeerde watertoren werd geïnjecteerd met waterglas, waardoor het ondergelegen zandpakket zo stijf werd dat de grond naast de toren kon worden afgegraven zonder dat de toren omviel. Door middel van keerwanden is vervolgens een blijvende voorziening getroffen, zodat de watertoren weer stevig op zijn plek staat. Het complex was snel verhuurd, waarbij de hoofdhuurder (een accountantskantoor) het gebouw na de oplevering overneemt.

Energiegebruik
“In de MIG-berekening is het energiegebruik voor 75 tot 85 procent van invloed op de totale milieulast,” zegt Haas over de route naar de uitzonderlijk hoge MIG-score. “Des te lager het energiegebruik, des te hoger de MIG-score dus. Materialen maken vijftig tot twintig procent uit van de MIG-score en water maar twee tot drie. Vandaar dat we ons hebben gefocust op de energievoorziening en dan met name op de verwarming en koeling. Op deze vlakken scoort dit project extreem goed. Allerlei beproefde technieken worden gebruikt, zoals warmte-koude opslag (wko), warmtepompen (wp) en warmtekrachtkoppeling (bio-wkk). In de warmtebehoefte wordt voorzien door de bio-wkk, die samen met de betonkernactivering het gehele gebouw van warmte kan voorzien. In extreem koude situaties wordt opgeslagen warmte in de bodem gebruikt voor de topverwarming. Koeling gebeurt eveneens via de bio-wkk met behulp van een absorptiekoelmachine en opgeslagen koude in de bodem. De koeling wordt via de betonkernactivering uit het gebouw getrokken in samenwerking met de ventilatie. Het gebouw heeft dus geen gasaansluiting!”

“Ook alle benodigde elektrische energie wordt door de eigen installaties opgewekt,” vervolgt Haas. “Dat gebeurt door toepassing van windenergie, PV-cellen en de bio-wkk. Bovenop de toren staat een betrekkelijk kleine windmolen die 8.000 kWh op jaarbasis levert. Een grotere uitvoering plaatsen was niet mogelijk omdat het oude metselwerk van de voormalige watertoren de dynamische krachten slecht kan opnemen. Naast de windmolen wordt er zo’n dertig vierkante meter aan photovoltaïsche (PV) zonnecellen toegepast met een verwachte opbrengst van 3.200 kWh per jaar. Dat betekent dat er naar verwachting nog 110.000 kWh per jaar door de warmtekrachtkoppeling moet worden opgewekt. Die draait daarmee dan 3.000 uur vollast per jaar. Hiermee voorziet het gebouw volgens berekening volledig in de eigen energiebehoefte en zal er mogelijk zelfs sprake zijn van overcapaciteit. Als ‘back-up’, in het geval er geen wind is en ook weinig licht, is het pand uiteraard wel aangesloten op het elektriciteitsnet, maar we verwachten daar niet veel gebruik van te hoeven maken uiteindelijk.”

Rioolaansluiting
Ook op het gebied van waterverbruik scoort het project goed. Bijzonder is dat het pand geen rioolaansluiting heeft. Al het afvalwater wordt gezuiverd door middel van een helofytenfilter. Het zuivere water dat daar uitkomt is schoner dan wat uit een normale rioolwaterzuiveringsinstallatie komt en wordt bij dit project hergebruikt voor de spoeling van alle toiletten in het gebouw. Daarmee wordt 80 procent van het drinkwaterverbruik gespaard en ontstaat een kleine waterkringloop met een geringe aanvulling met drinkwater. “Een helofytenfilter kan afvalwater van een gebouw op natuurlijke wijze zuiveren,” zegt Haas daarover. “Het filter bestaat uit een substraat of zandbed waarin helofyten groeien. Dit zijn moerasplanten, zoals lisdodden, biezen en riet. De planten transporteren zuurstof naar de wortels, waar grote hoeveelheden zuurstofminnende bacteriën zich in het zandbed vestigen. De bacteriën zetten de afvalstoffen in het water om in voedingsstoffen voor de planten en zichzelf. Het gezuiverde water wordt via een grindlaag met drainageleidingen naar een controleput en vervolgens naar een reservoir voor hergebruik in het gebouw geleid. Een helofytenfilter is altijd circa tien tot vijftien graden Celsius en doet ook ’s winters zijn werk. Op deze schaal is een helofytenfilter in Europa overigens nog niet toegepast.”

Projectmanagement
“Op het gebied van uitvoeringsmanagement, bouwtechniek en bouwprocesvolgorde is dit een nogal uitdagend project gebleken. Specialistische technieken zijn toegepast op het gebied van zowel grond- en funderingstechniek, als prefabricage van onderdelen. Maar ook waren er stevige uitdagingen op het vlak van herbestemming van een industrieel gebouw, terwijl de uitvoering ook het bouwen op bijna veertig meter hoogte inhield en er tevens moest worden gelet op de verkeersveiligheid omdat de toren pal naast een drukke doorgaande route ligt. Een zeer goede zet is dan ook het aanstellen van een ervaren coördinator als senior projectleider geweest. Ik vrees dat als we dat niet hadden gedaan, we veel problemen gehad zouden hebben om alles op tijd af te krijgen en alle partijen op één lijn te krijgen. We werkten met drie aannemers. De eerste voert de werkzaamheden aan de toren en de afwerking van het paviljoen uit, de tweede aannemer houdt zich bezig met de prefab bouw van het paviljoen tot en met het waterdicht maken en de derde partij is de E+W installateur die de installaties bouwt. Eén van de twee aannemers ging ongeveer drie maanden voor de oplevering failliet. Dat was een forse tegenslag en kwam bovenop de kleine vertraging die we door de strenge aanhoudende winter hadden opgelopen.” Toch wordt het project bijna volgens planning eind april opgeleverd.

“Groot voordeel is gebleken dat we erg veel gebruik hebben gemaakt van moderne prefab technieken,” benadrukt Haas tot slot. “Daarmee hebben we aangetoond dat een industriële bouwwijze de kwaliteit en snelheid ten goede komt. Je kunt er ook fouten mee voorkomen. Alle componenten van het paviljoen zijn in de betonfabriek geproduceerd, gecodeerd aangeleverd en op de bouwplaats als een soort ‘bouwdoos’ in nog geen zes weken in elkaar gezet. Daardoor hadden we geen materiaalverlies, geen bouwafval, geen vertragingen en geen beschadigingen die later weer gecorrigeerd hadden moeten worden. In de kop van de toren zat over de volledige omtrek amper 6 mm tolerantie en in de gevel amper 9 mm. Bij deze afmetingen is dat zeer nauwkeurig en dat zou je met het ‘bouwen op locatie’ niet of nauwelijks voor elkaar hebben gekregen. Deze professionele manier van industrieel bouwen gaat dus op meerdere fronten erg goed en zou in ons land absoluut vaker toegepast moeten worden.”

Overig Bouwnieuws

'Plan ligt klaar voor nieuwe stad op Tata Steel terrein' 24-04-2025
Halvering stikstofuitstoot uiterlijk in 2035 24-04-2025
'Komende jaren duizenden woningen minder door coalitiedeal' 24-04-2025
Nieuwe boringen naar aardgas op de agenda 24-04-2025
Makelaars bezorgd om krimpende huurmarkt 24-04-2025
Rijk legt miljard euro bij voor dijkversterkingen 24-04-2025
Huizentekort loopt op door huurbevriezing 22-04-2025
Dag van de Bouw verschoven om NAVO-top 22-04-2025
Kabinet stelt zich garant voor miljardenleningen TenneT 22-04-2025
Bouwprojecten voor stroomnet in gevaar 22-04-2025
 

Onze partners

  • GevelMeesters
  • IsoBouw Systems
  • BMI Nederland
  • Kingspan Insulation
  • Knauf
  • MAGNUM Heating
  • Mavotrans
Sluit deze advertentie