Materiaalkeuze blijft aan de architect
Bouwnieuws | Door de redactie
Geplaatst: 20-02-2009
Sjoerd Soeters en Walther Kloet van het bureau Soeters Van Eldonk architecten vinden dat de materiaalkeuze aan de architect is. Zo ook tijdens het realiseren van het nieuwe stadhuis van Zaanstad als onderdeel van Inverdan, het masterplan voor de stadsvernieuwing van Zaanstad. De uitdaging lag in het samensmelten van de eisen van de gemeente aan het materiaal – duurzaam en onderhoudsvriendelijk –, en de wens van de architect te ontwerpen in de typisch Zaanse stijl. Toeleveranciers hadden een belangrijke informerende taak om dit te laten slagen.
Door Désirée Crommelin
Is de architect een schakel in de bouwkolom of niet? Walther Kloet, senior projectleider bij Soeters Van Eldonk architecten beantwoordt die vraag retorisch: “Wil je dat als architect zijn?” De intensiteit van de contacten binnen de kolom hangt, wat hem betreft af van de fase waarin je als de architect zit. Dus eerst het ontwerp; daarna de materiaalkeuze, luidt zijn boodschap. De positie van toeleveranciers is daarbij per definitie secondair. Hoe je het wendt of keert, de beginfase van een project behoort aan de architect. Tijdens het creatieve proces van ontwerpen is deze met zijn eigen ideeën bezig, die vorm te geven in zijn hoofd en daarna op papier. Ongevraagde bemoeienis van de toeleverancier schept maar verwarring. De materiaalkeuze op dat moment is alleen aan de architect, deze zoekt zelf snel op internet het hoe, wat of waarom van een bepaald materiaal op. Hooguit informeert hij bij leveranciers gedetailleerder naar de mogelijke toepassingen van materialen, de afmetingen of de duurzaamheid. Onafhankelijkheid en vrijblijvendheid van alle partijen zijn in deze creatieve fase noodzakelijk. Met verplichte nering of onderlinge afspraken schiet niemand iets op. Het is aan de leverancier om op verzoek zorgvuldig en naar waarheid informatie te geven. “Natuurlijk verdenken we een toeleverancier er wel eens van, dat hij de opdracht te graag wil hebben en hij meer toezegt dan hij kan waar maken. In de praktijk komen we, als we met de aannemer en toeleveranciers uiteindelijk rondom de tafel zitten, er dan later achter dat er sprake is van onvolledige of achtergehouden informatie. Dat zijn zo van die onaangename verrassingen voor ons; uiteindelijk ligt bij ons wel de eindverantwoordelijkheid.”
Bestekfase
In de tweede fase, – de bestekfase –, wanneer de architect de contractstukken maakt waarmee hij naar de aannemer stapt, zijn juist de harde feiten ter zake. Die moeten goed in de stukken komen en dan is vrijblijvende informatie zoals gedetailleerde kennis over toepassing, de duurzaamheid en de garantie van de materialen van niet met name te noemen toeleveranciers, echt onontbeerlijk. Soeters als architect, en Kloet als projectleider, illustreren hun aanpak van het bouwproces met het in aanbouw zijnde stadhuis van Zaanstad. In zijn ontwerp heeft Soeters zich laten inspireren door die typisch Zaanse stijl waarin al eeuwenlang in de Zaanstreek gebouwd wordt. “Die Zaanse stijl is niet alleen een specifieke lokale identiteit, het is een ‘brand’. Dit Zaanse merk werd door het levensmiddelenconcern Albert Heijn zo prachtig neergezet met de Zaanse Schans, het lokale historische openluchtmuseum waar jaarlijks miljoenen toeristen op af komen.
Tijdens het ontwerpen verdiepten we ons in de traditionele constructie van de Zaanse huisjes, waarvan we vervolgens in ons ontwerp de schaal vele malen hebben vergroot. Het gaat hier om een traditioneel figuratief uiterlijk dat op hypermoderne manier wordt gebouwd met bestaande materialen.” Soeters hamert op deze pragmatische aanpak. “Wij bouwen niet conceptueel. In de opdrachtfase van zo’n grote geïntegreerde gebiedsontwikkeling als Inverdan kijken en luisteren we goed naar wat er ter plekke is en kan, om die invloeden vervolgens zo veel mogelijk te verwerken in ons masterplan. En zo gaat het ook met de materialisering van ons ontwerp van het stadhuis. We zoeken daar de meest geschikte materialen bij die het door ons gewenste uiterlijk geven.”
Trouwtoren
Dat nieuwe stadhuis is een onderdeel van Inverdan, het masterplan voor de stadsvernieuwing van Zaanstad om het centrum van de stad intiemer en vriendelijker te maken. Zo wordt bijvoorbeeld de Gedempte Gracht door het terugbrengen van water tot de Ongedempte Gracht omgedoopt en geeft zo de belangrijkste winkelstraat meer allure. Een andere opvallende ingreep is de bouw van de Buiging. Dit is een fiets- en voetgangersstraat die geleidelijk opklimt. Deze straat begint ter hoogte van de Saentoren, overbrugt de Provincialeweg, het spoor en de Houtveldweg. De Buiging verbindt zo Westerwatering, inclusief de enclave de Zaanse Schans met het centrum van Zaandam. Langs, bij en aan de Buiging worden door een keur aan gerenommeerde architecten woningen, een stadhuis, hotel en bioscoop gebouwd. Deze bebouwde traversen worden zo een deel van de stad. Soeters toetst in de hoedanigheid van de stedenbouwkundige supervisor van Inverdan de ontwerpen aan de stedenbouwkundige uitgangspunten van het masterplan en bewaakt de eenheid.
Kantoorcomplex
Het ontwerp van het stadhuis is van de hand van Sjoerd Soeters. Dit moderne kantoorcomplex is één gebouw, maar oogt als los van elkaar staande huizen die in materiaal en kleur naar de Zaanse bouwstijl verwijzen. De hoofdingang van het stadhuis met de publieksfuncties – de trouwtoren, de raadszaal en het archief – bevindt zich aan het nieuwe Stadhuisplein, dat op de Buiging ligt. In de achterliggende delen zetelt de bureaucratie.
Het Zaanse karakter en de hedendaagse functionaliteit spelen de hoofdrol in het ontwerp. Zo staan de ‘huizen’ op poten, zodat het onderliggende busstation goed toegankelijk is voor de bussen. De poten zijn de zichtbare delen zijn het staalskelet, dat snel op te bouwen is. Helaas valt dat nu een stuk duurder uit dan vier jaar geleden toen het ontworpen werd, in een tijd dat de staalprijs een stuk lager lag. Zo’n draagconstructie vraagt vervolgens om een lichte gevelinvulling. Bakstenen en beton vallen dus bij voorbaat af. Soeters c.s. kozen voor houtskeletbouw waarin uitsparingen voor ramen zitten. Dit materiaal is op zich gangbaar in de woningbouw, maar minder in de utiliteitsbouw.
Wat betreft het verbeelden van de zo specifieke kenmerk in de Zaanse stijl, de plankenstructuur was het ook even zoeken en leveranciers polsen. “Voor wat we wilden – en dat ook voldeed aan het Plan van Eisen van de gemeente Zaanstad, waarin duurzaamheid en onderhoudsvriendelijk van groot belang zijn, bleek uiteindelijk vezelcementplaat de oplossing. Het ziet er uit als de door ons gewenste planken en we hebben een constructie gevonden om het dikke planken-effect met schaduw te krijgen, dat zo kenmerkend is voor het historische Zaanse huis. Echter het feit dat onze planken ver buiten de standaardmaten vielen, dwong ons weer enkele leveranciers van dit materiaal vrijblijvend te raadplegen. In plaats van planken op standaard maat werden het grote platen, waarvan elke maat plank kan worden gezaagd. “Dit waren nu van zulke momenten in de ontwerpfase”, stelt projectleider Kloet, “waar wij vrijblijvend diverse leveranciers raadpleegden en hen de vraag voorlegden of wat wij voor ogen hadden, wel mogelijk was? Contact met de toeleveranciers is voor ons dan onontbeerlijk.”
Compactheid
Sjoerd Soeters’ stedenbouwkundige ontwerpen hebben een compactheid die je terugvindt in historische binnensteden, waar mensen ooit slechts te voet gingen of met paard en wagen. Volgens Soeters zoeken mensen in de openbare ruimte bescherming, intimiteit en vandaag de dag ook verkeersveiligheid. In de afstanden tot huizen en winkels ervaren ze in zijn ontwerpen de menselijke maat, die het tot hun gemeenschappelijke openbare ruimte maakt. Voor deze ruimte willen mensen wel verantwoordelijkheid nemen. Dit in tegenstelling, zo is Soeters’ overtuiging, tot de conceptuele maten die in de stedenbouw van de laatste decennia van de vorige eeuw heersten en waar de auto oppermachtig was. Soeters citeert trots een inwoner van Nijmegen, die hem complimenteerde met het door hem ontworpen Marienbrug. “Jij hebt ons onze binnenstad teruggegeven!” Dat zijn visie en ontwerpen retro of nostalgisch zijn, ontkent hij ten stelligste. “Het gaat voor mij om de lokale historische eigenheid in het uiterlijk, uitgevoerd in meest moderne materialen en kleuren. Boven de grond de intimiteit op menselijke maat; onder de grond de parkeergarage voor onze auto. Ik geloof in deze sandwichformule.” Het werkterrein van zijn bureau Soeters Van Eldonk Architecten beslaat stedenbouw, utiliteitsbouw en woningbouw. Het bureauteam bestaat uit ruim tachtig medewerkers. Voor info: www.soetersvaneldonk.nl
Stadhuis Zaanstad
Om de constructie van het stadhuis van Zaanstad een zo licht, stevig en transparant mogelijk te houden, koos Soeters Van Eldonk architecten voor een aluminium vliesgevel. De leverancier van deze voorzetgevel met de aluminiumramen is Van Dool Geveltechniek. Toeleverancier van Van Dool van de losse systeemonderdelen voor deze vliesgevel en ramen is Schüco Nederland. Alex Bijvank van Schüco noemt als USP’s van deze gevelsystemen: de kwaliteit van het materiaal, het brede aanbod in maten en standaarden van de systeemelementen en de levering ervan, die altijd ‘all-in’ is dus met alle benodigde onderdelen om ze te monteren. “Naast het brede aanbod en de vele mogelijkheden tot combineren biedt Schüco in alle gevallen voor betrokkenen de hoogste mate van zekerheid en veiligheid. Schüco’s acquisitie, mede door zijn goede en vrijblijvende advisering bij projecten aan architecten in de voorbereidende fase op technisch, bouwfysisch en commercieel gebeid, werpt in het geval van het stadhuis in Zaanstad vruchten af. Onze lijfspreuk bij advisering is: Energy² - energie in kwadraat - energie besparen en winnen.” Samen met projectontwikkelaars, architecten, aannemers en gevelbouwers wil Schüco bijdragen aan de duurzaamheid in de bouw en aan forse besparingen op gebruik van fossiele brandstoffen en dus uitstoot van CO2 bij het toekomstige gebruik of bewoning.
Overig Bouwnieuws
|
|