Aandeel omzet renovatie en onderhoud neemt structureel toe
Bouwnieuws | Door de redactie
Geplaatst: 10-07-2014
 Beeld: Bouwformatie
'Hoeveel procent van uw omzet haalt u uit welke sectoren?' Deze vraag stelde BouwKennis voor het tiende jaar op rij aan markpartijen binnen de bouwketen. Het aandeel van onderhoud- en renovatiesegment blijkt structureel toe te nemen. Dit geldt onder andere voor architecten. Zij zien het aandeel behaalde omzet uit woningrenovatie zelfs stijgen tot boven een kwart. Dit blijkt uit de eerste uitkomsten ten behoeve van het BouwKennis Jaarrapport Nederland 2014-2015.
Het BouwKennis Jaarrapport behandelt al 10 jaar lang de verdeling van de omzet per marktpartij in de bouwkolom. In de aankomende editie van het rapport wordt een tijdreeks gegeven van de resultaten, om zo inzicht in de conjuncturele en structurele verschuivingen te geven.
De verschillende marktpartijen in de burgerlijke en utiliteitsbouw kunnen zich richten op vier hoofdsegmenten. Dat zijn achtereenvolgens nieuwbouw van utiliteitsgebouwen, renovatie en onderhoud aan utiliteitsgebouwen, woningnieuwbouw en onderhoud en renovatie aan woningen. Daarnaast is er nog een vijfde restcategorie, met activiteiten zoals advies, GWW of transformatie.
De hoofdsegmenten, waar traditioneel het grootste aandeel van de omzet wordt behaald, verschillen uiteraard per marktpartij. Zo is voor klusbedrijven de woningrenovatie veruit de belangrijkste markt en moet de ontwikkelaar het vooral van de woningnieuwbouw hebben.
Architecten Architecten zijn nog altijd met name actief in de woningbouw. Zowel nieuwbouw als onderhoud en renovatie van woningen komt uit op 27 procent van de omzet in 2014. Onder andere bij architecten valt op dat zowel voor de woningbouw als utiliteitsbouw het onderhoud- en renovatiesegment structureel toeneemt. Waar architecten in 2005 inschatten dat 9 procent van de omzet in het onderhoud van utiliteitsgebouwen werd behaald, is dit in 2014 16 procent. De omzet vanuit woningonderhoud loopt op van 16 procent naar 27 procent. De bestaande voorraad lijkt dus in toenemende mate het domein van de architect. Het percentage van de omzet vanuit nieuwbouw is wel nog altijd groter.
Hoofdaannemers B&U De behaalde omzet door hoofdaannemers B&U uit woningrenovatie (25 procent), woningnieuwbouw (26 procent) en utiliteitsnieuwbouw (27 procent) scoorden in 2005 een ongeveer gelijk aandeel. Hoofdaannemers B&U geven momenteel echter aan dat bijna 40 procent van hun omzet vanuit onderhoud en renovatie van woningen komt. Beide nieuwbouwsectoren daalden naar 19 procent. Renovatie en onderhoud aan utiliteitsgebouwen is wel gestegen, maar niet zo spectaculair als bij woningen.
Bouwbrede verschuiving Naast de genoemde architect en aannemer B&U neemt het percentage behaalde omzet uit onderhoud en renovatie ook toe bij klusbedrijven en onderaannemers. Bij installateurs is de stijging in aandeel relatief klein en doet zich vooral voor in het onderhoud en renovatie van utiliteitsgebouwen. Van alle doorgemeten partijen nam het procentuele aandeel van renovatie onder ontwikkelaars het meest toe.
Het rapport geeft duidelijk weer dat het behaalde percentage van de omzet uit het nieuwbouwsegment in circa 10 jaar is afgenomen. Waar marktpartijen gemiddeld in 2005 inschatten dat zo’n 44% van de omzet in het nieuwbouwsegment werd behaald, is dit in 2014 34 procent. Gemiddeld behalen de marktpartijen in 2014 54 procent van hun omzet in het onderhoud en renovatie.
Structurele veranderingen Het instorten van de woningnieuwbouw en de utiliteitsnieuwbouw spelen uiteraard een cruciale rol in de beschreven verschuivingen. De nieuwbouwmarkt nam sterker af dan die voor renovatie en onderhoud, waardoor het aandeel behaalde omzet in laatstgenoemde segment toeneemt. Door de jaren heen hebben de partijen waarvoor dit mogelijk was echter ook daadwerkelijk hun focus verlegd richting onderhoud en renovatie.
De verschuiving is niet alleen conjunctureel van aard. Structurele veranderingen spelen een net zo grote rol. Zo zorgt de focus op duurzaamheid bijvoorbeeld voor meer aandacht en kansen in de bestaande voorraad. Daarbij komt dat er enorme uitdagingen liggen op het gebied van leegstand en dat de frequente uitrol van zeer grote nieuwbouwprojecten verleden tijd is.
De bouw wordt vaak bestempeld als een traditionele sector die verandering niet hoog in het vaandeel heeft staan. De aanjagende krachten die verandering noodzakelijk maken, waren de afgelopen jaren echter groot en zullen dit ook de komende jaren nog zijn. Partijen springen in op deze nieuwe werkelijkheid. Ontwikkelaars kunnen in de toekomst bijvoorbeeld meerwaarde bieden als coördinator van transformatieprojecten. Voor architecten ligt er wellicht een kans op het bieden van advies rondom renovatieprojecten. Dit betekent dat de rolverdeling binnen segmenten aan verandering onderhevig is, er nieuwe verdienmodellen ontstaan en dat DMU’s veranderen.
Bron: BouwKennis
Overig Bouwnieuws
|