Otto kettlitz over kwaliteitsvraagstuk in dak en gevelbouw
Javascript is uitgeschakeld

Otto Kettlitz over kwaliteitsvraagstuk in dak- en gevelbouw: “Constructieve veiligheid technisch oplossen

Geplaatst: 20-03-2012

Volgens ir. Otto Kettlitz, directeur/senior adviseur van Nieman-Kettlitz Gevel- en Dakadvies BV, focussen veel partijen in de bouw zich op het juridisch ‘afbakenen’ van verantwoordelijkheden in het geval van bouwfouten, mede omdat gevel- en dakconstructies qua vorm en dus ook qua constructie steeds complexer worden. Brancheorganisaties Dumebo DWS en MDG hebben een kwaliteitsrichtlijn ontwikkeld, waardoor constructie- en bouwfouten tot het verleden kunnen behoren. Maar hoe pakt dit uit in de praktijk?

Nieman-Kettlitz Gevel- en Dakadvies BV in Rijswijk is buitengewoon lid van de onder de Metaalunie vallende branchevereniging van aannemers in metalen dak- en gevelsystemen Dumebo DWS, waarvan ing. Ruud Huisman branchemanager is. Dat is hij bovendien ook van de vereniging leveranciers metalen dak- en gevelmaterialen MDG. Door TNO Bouw en Ondergrond is in samenwerking met BDA en Nieman-Kettlitz Gevel- en Dakadvies onderzoek gedaan naar de factoren die de levensduur van metalen daken en gevels bepalen. Dit leidde tot aanscherping van de Kwaliteitsrichtlijn Metalen Gevels en Daken en de introductie van het Keurmerk Dumebo DWS. Kettlitz: “Juist bij het bouwen in de openbare ruimte moet onvoorwaardelijk aandacht worden geschonken aan de constructieve veiligheid. Voorbeelden van losgewaaide gevelelementen en instortende daken tonen helaas aan wat de risico’s zijn. Dat mag niet. Wij houden ons bezig met het berekenen en controleren van dak- en gevelconstructies. We doen onderzoek, voeren metingen uit, adviseren bij nieuwbouwprojecten, maar ook bij onderhoud en renovatie. Niet alleen op constructief vlak, maar ook op het gebied van oppervlaktekwaliteit van materialen en coatings.”

Groepen
“Ten aanzien van constructieve veiligheid zien wij drie belangrijke risicogroepen”, vervolgt Kettlitz. “De eerste is dat elementen kunnen bezwijken (meestal binnen één tot twee jaar) door bouwfouten, zoals verkeerd monteren. Of door toepassing van onvoldoende duurzame materialen en montagesystemen. Zo is er een ongeval geweest in een zwembad, waarbij is gebleken dat de verkeerde bevestigingsmaterialen waren gebruikt voor die omgeving. Het punt is dat dit soort fouten zich meestal pas na circa acht tot tien jaar openbaart, waarbij lang niet altijd wordt onderkend dat foute keuzes in de nieuwbouwfase hieraan ten grondslag lagen. De derde risicofactor dient zich aan het einde van de levensduurfase aan. Ooit is iets door gebruik en/of de tand des tijds niet meer conform de eisen. Dit moment zie je vaak langzaam aankomen en door het uitvoeren van adequaat onderhoud en periodieke inspecties kun je de hieraan verbonden risico’s beheersbaar maken.”

Foutkansen
“De oorzaken van het instorten van daken of losraken van gevelplaten vloeien enerzijds voort uit onwetendheid en anderzijds uit fouten die worden gemaakt in de ontwerp- en constructiefase. Daarbij nemen foutkansen toe door voortschrijdende innovaties op de gebieden van productontwikkeling en vormgeving. Doordat gebouwen tegenwoordig in 3D CAD worden ontworpen, is het geen enkel probleem meer om bijzondere en complexe gevelvormen te construeren. Niets hoeft meer recht te zijn, maar dat moet natuurlijk wel in de praktijk gerealiseerd kunnen worden. Als daar nieuwe montagetechnieken voor ontwikkeld moeten worden, is het zaak dat je die heel goed analyseert en test op veiligheid en sterkte. Daar doen wij dus ook vaak de berekeningen voor. Wat ons opvalt is dat er, wellicht vanwege de crisis, tegenwoordig soms erg ‘mager’ wordt geconstrueerd. Men probeert de bouwsom zo laag mogelijk te houden, maar dat mag nooit ten koste gaan van de constructieve veiligheid.” Huisman: “Eind 2009 stelde Bouw- en Woningtoezicht Almere aan de brancheverenigingen Dumebo DWS en MDG de vraag om de constructieve veiligheid van metalen gevels en daken te onderbouwen voor een referentieperiode van vijftig jaar. Het huidige Bouwbesluit, met verwijzing naar de NEN 6700/6702, hanteert voor industriële gebouwen een referentieperiode van vijftien jaar, terwijl voor overige gebouwen een termijn van vijftig jaar geldt. Metalen gevels en daken worden echter meer en meer in niet-industriële gebouwen toegepast, ofwel ook in de woningbouw. Om een feitelijk onderbouwd antwoord te kunnen geven, hebben wij als Dumebo DWS en MDG gezamenlijk opdracht verstrekt aan ‘TNO Bouw en Ondergrond’ om over de periode van vijftig jaar de constructieve veiligheid van metalen gevels en daken te beoordelen. Door BDA Geveladvies en Nieman-Kettlitz Gevel- en Dakadvies is uitgebreid veldonderzoek uitgevoerd naar de corrosieontwikkeling bij metaalbouwprojecten met een leeftijd variërend tussen de zestien en 36 jaar. Hierbij zijn ook gevelplaten verwijderd om de conditie van de metalen bouwdelen in de spouw te kunnen beoordelen.

Richtlijn
Op basis van de conclusies en aanbevelingen van het TNO rapport hebben de technische commissies van Dumebo DWS en MDG de gezamenlijke ‘Kwaliteitsrichtlijn Metalen Gevels en Daken’ aangepast en aangevuld. Er wordt nu duidelijk onderscheid gemaakt bij de materiaalkeuze voor de achterconstructie en bevestigingsmiddelen tussen gebouwen waarvoor een referentieperiode van vijftien jaar geldt en gebouwen waarvoor een periode van vijftig jaar van toepassing is. Voor industriële gebouwen blijken de momenteel toegepaste materialen geschikt en blijft de situatie ongewijzigd. Uit het onderzoek blijkt dat dit niet opgaat voor gebouwen met een referentieperiode van vijftig jaar. Althans voor zover het materialen betreft die worden toegepast in de vochtige doorsnede van de spouw. Materialen die zich achter de waterkerende folie bevinden of meer dan dertig millimeter van het oppervlak van de isolatie aan de koude zijde verwijderd zijn, verkeren in een droog klimaat en kunnen wel in de genoemde standaardkwaliteiten worden uitgevoerd. In de vochtige zone blijkt dat de zinklaagdikte groter moet zijn om de periode van vijftig jaar te kunnen halen. De corresponderende kwaliteiten hiervoor zijn Z600 en AZ350. Ook de van toepassing zijnde standaardkwaliteiten Z275, ZA255 en AZ185 komen hiervoor in aanmerking, maar dan in combinatie met een minmaal 25 micron dikke coating aan beide zijden van het element. Voor de bevestiging moet voor RVS304 worden gekozen.”

Verantwoordelijkheid
“Een ander belangrijk aspect om constructieve veiligheid te waarborgen is het duidelijk benoemen van verantwoordelijkheden”, stelt Kettlitz. “Er wordt in de bouwketen nog te veel op elkaar afgeschoven. De constructeur of architect schuift bijvoorbeeld deze verantwoordelijkheid door naar de aannemer en die schuift het op zijn beurt weer door naar de onderaannemer. Dit speelt bij de contractvorming en tijdens de bouw zelf, maar ook bij problemen die direct na de bouw opduiken. Komt iets pas na vijftien jaar aan het licht, dan is het veelal nog complexer, want ten eerste hoeven de bij de bouw betrokken bedrijven dan niet eens meer te bestaan en ten tweede zou de gebouweigenaar ook blaam kunnen treffen omdat deze onvoldoende inspectie en onderhoud heeft uitgevoerd. Ook in de renovatiesfeer duiken soms vreemde situaties op, met als voorbeeld een dakdekker die een keurige nieuwe toplaag aanbrengt, maar waarbij vervolgens de dakconstructie in zijn geheel eraf waait omdat de onderliggende constructie met zijn bevestigingen niet goed meer bleek. Had de dakdekker, met zijn meestal toch beperkte constructieve kennis, dat moeten zien, of is dat de verantwoordelijkheid van de gebouweigenaar/beheerder? Zeg het maar. Veelal verzand je dan in een juridisch gevecht waar niemand iets aan heeft, behalve de advocaten dan. Men zou zich in de totale branche dus meer bewust moeten worden van het feit dat men verantwoordelijk is voor dat wat men ontwerpt, bouwt en beheert. Die verantwoordelijkheid moet men nemen en de technische kennis en/of ondersteuning hierop afstemmen in plaats van te proberen die verantwoordelijkheid middels juridische voorwaarden te minimaliseren. Ik pleit net als Ruud Huisman voor meer en eerder overleg in de keten. Architecten weten vaak niet welke gevelelementen en -materialen je in bepaalde situaties beter niet (op een bepaalde wijze) kunt toepassen. Gevelspecialisten, zoals deze binnen de Dumebo DWS zijn verenigd, weten dit wel. Door kennis eerder en intensiever met elkaar te delen, kunnen risico’s worden geminimaliseerd en fouten en latere problemen worden voorkomen. Je moet een project vanaf het allereerst begin technisch goed uitvoeren. Dat is voor alle partijen het beste en dat is uiteindelijk de enige juiste weg om met de belangrijke verantwoordelijkheden voor wat betreft de constructieve veiligheid om te gaan.”

Bron: Visie, Bouwformatie uitgave 3 van 20 maart, 2012 

Overig Bouwnieuws

VolkerWessels krijgt opdracht tunnel Zuidasdok te bouwen 05-09-2024
Zuid-Holland staat woningbouw Gnephoek toe 05-09-2024
Technische sectoren willen meer migranten kunnen aantrekken 04-09-2024
Keijzer: 'forse' huurstijging niet verrassend, wel nodig 04-09-2024
Woninghuren stegen in juli het sterkst in ruim dertig jaar 04-09-2024
Nieuwbouw tussenwoning nog duurder door nieuwe CAO 03-09-2024
Architect dreigt met rechtszaak om sloop museumvleugel 03-09-2024
Bouw nieuw dorp zeker jaar opgehouden door rechtszaak 03-09-2024
NHG wil ook garantieregeling voor kopers flexwoningen 03-09-2024
Ruimte in Zuid-Holland voor 24.000 woningen op parkeerplekken 02-09-2024
 

Onze partners

  • Xella Nederland SILKA
  • Calduran Kalkzandsteen
  • BIA Beton
  • Archidat Bouwformatie
  • Dutch Engineering
  • VELUX Commercial
  • Ravago Building Solutions Netherlands
Sluit deze advertentie