PSIBouw stopt maar innovatie gaat door
Bouwnieuws | Door de redactie
Geplaatst: 09-12-2008
Van ketensamenwerking en vraaggericht werken tot duurzaam bouwen en het gebruik van virtuele bouwmodellen. Op het jaarcongres Innovatie onze Kracht 2008 van PSIBouw en de Regieraad Bouw werd duidelijk dat de bouw zich op tal van gebieden ontwikkelt. Aan de hand van presentaties en workshops gingen de deelnemers met elkaar en de bezoekers in discussie over de toekomst van de bouw. Want PSIBouw mag dan binnenkort ophouden te bestaan, de innovatie die ze in gang heeft gezet onverminderd door.
Door Menno Jelgersma Al bij aanvang van het congres liet voorzitter van Regieraad Bouw Hans Blankert weten dat de huidige kredietcrisis wat hem betreft geen reden geeft tot somberheid in de bouwsector. “We moeten elkaar niet de bouwput in praten”, liet hij weten tijdens de de openingsdiscussie onder leiding van Inge Diepman. “Juist in deze tijd is het van belang om creatief en innovatief om te gaan met onze mogelijkheden. Zowel op het gebied van de uitvoering als financieel.” Martin Fischer, professor Civil and Environmental Engineering aan de Stanford University in de Verenigde Staten, sprak in zijn voordracht over de noodzaak om de huidige innovatieve projecten grootschalig toe te gaan passen. Waarbij hij erkent dat de competatieve kant van de bouw de voortgang van de innovatie bemoeilijkt. De wet van de remmende voorsprong zorgt er voor dat niemand als eerste wil innoveren, of zoals Fischer het verwoordde: “In construction it is the race to be second.’ Volgens hem heeft de Nederlandse bouw wel een voorsprong waar het gaat om kennis van kusttechniek en bouwen in dichtbevolkte industriele gebieden. Met de stijgende zeespiegel en groeiende wereldbevolking komt deze kennis internationaal goed van pas.
Voor veel bezoekers was het congres een feest der herkenning waar ze oude bekenden konden ontmoeten en de laatste stand van zaken op het gebied van innovaties in de bouw konden zien. Terwijl in de grote zaal een aantal deelnemers met behulp van een taart het traditionele proces van ontwerpen en bouwen onder de loep nam bij de Bouwgame, vonden elders in het gebouw discussiebijeenkomsten plaats. Veel aandacht was er voor de interactieve bijeenkomst ‘BIM en bouw’. Het virtuele 3D Bouwwerk Informatie Model (BIM) wordt door velen gezien als het uitgesproken instrument om de faalkosten omlaag te krijgen. De Bouw Informatie Raad (BIR) wil in de komende vijf jaar een eenduidig afsprakenstelsel ontwikkelen die tezamen een BIM vormen. Grote opdrachtgevers geven aan in de toekomst BIM verplicht te willen stellen voor hun projectpartners. Tijdens de discussiebijeenkomsten bleken er nog wel wat haken en ogen te zitten aan de invoering van BIM. De technologie is er klaar voor maar de omslag op organisatieniveau laat nog op zich wachten. Het blijkt vooral moeilijk om de middengrote en kleinere bedrijven mee te krijgen. Dat bij BIM de revenuen uit de investeringen niet altijd bij de investeerder terecht komen, is een kritisch punt. In de foyer van het theater staat een grote tafel met een indrukwekkende hoeveelheid boeken en publicaties van PSIBouw.
Afronden
Het boekwerkje Mega Trends Bouw/Transitie Agenda Bouw komt zelfs rechtstreeks vanuit de drukker en wordt nog snel toegevoegd aan de stapels. Het was immers het laatste congres waarin PSIBouw en Regieraad Bouw gezamenlijk participeerden. PSIBouw mag aan het einde van 2008 op houden te bestaan, betrokkenen zullen lopende projecten gaandeweg tot in 2009 afronden. Zoals tijdens het congres te horen was, gaan de innovatieve initiatieven zeker niet verloren. Henk van der Horst, directeur PSIBouw, Hans Blankert, directeur Regieraad Bouw en Wim Bakens, Bureau Bakens over PSIBouw geven hun visie:
Wim Bakens: “PSIBouw heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het tot stand komen van een meer positief klimaat in de bouw, met meer waardering voor kwaliteit en innovatie. Ook is het klimaat gunstiger voor nieuwe contract- en samenwerkingsvormen, in plaats van het alleen maar selecteren en gunnen op de laagste prijs.” Een groot aantal nieuwe instrumenten is klaar gemaakt voor de praktijk en het vertrouwen tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers lijkt hersteld. “Het vernieuwingsproces dat allerwegen in de bouw op gang is gekomen, is echter nog relatief jong en zwak. Zo zwak zelfs, dat ik bang ben dat het zonder een goed georganiseerde steun op sectorniveau, dus zonder een of ander vervolg op PSIBouw, niet door zal zetten. In ieder geval veel minder dan zou moeten om van de bouw snel een moderne, innovatieve, klant en gebruikersgerichte en transparant en integer opererende sector te maken, waarin het aantrekkelijk werken is en die maatschappelijk gerespecteerd wordt.” Ook mondiaal en op wetenschappelijk niveau doet PSIBouw het goed met zijn programma’s. “Wetenschap en praktijk hebben in de afgelopen vier à vijf jaar een belangrijke stap naar elkaar toe gemaakt, het principe van ‘action research’, oftewel onderzoek in de praktijk, is succesvol gebleken en nieuwe disciplines als innovatie-specialisten en cultuur en gedrag-experts hebben hun intrede gedaan in het bouwonderzoek.”
Henk van der Horst: “Het PSIBouw-programma is een impulsprogramma dat weliswaar eindigt maar waarvan de oplevering van laatste projecten nog volgt, inclusief een presentatie van hetgeen is bereikt in de vorm van magazines. Het feit dat PSIBouw stopt wil overigens niet zeggen dat de innovatieve ontwikkeling stopt.” Om de voortgang te garanderen zijn twee groepen in het leven geroepen: de VIP (Vernieuwing in de praktijk) en de taskforce kennisontwikkeling bouw. Beide groepen worden aan de Regieraad Bouw opgehangen. “VIP bestaat uit een jonge generatie vernieuwers. De leeftijd van de leden ligt ongeveer tussen 35 en 45 jaar. Dit is bewust gedaan om het innovatieve karakter van de programma’s een extra impuls te geven en om een nieuwe cultuur in de bouw te bevorderen.” De leden zijn onder andere afkomstig van de grote opdrachtgevers-, opdrachtnemers, ingenieursbureaus maar ook uit de wetenschap. Er is volgens Van der Horst heel veel bereikt. “Dat klopt, maar ik realiseer me ook dat er nog veel niet is gebeurd. Zo is er bijvoorbeeld op het gebied van andere vormen van aanbesteden veel geïnnoveerd. Pilots op dit gebied zijn met succes afgerond. Nu komt de tijd om de andere aanbestedingsvormen breed in te zetten. Het is de groep VIP die zich hier mee bezig gaat houden. Wat voor aanbesteden geldt, gaat ook voor de overige onderwerpen op, iedereen vindt het mooi, nu gaan we ons op de praktijk richten.”
Hans Blankert: “PSIBouw houdt op te bestaan maar zal de onderhanden zijnde projecten uiteraard afmaken. Ondertussen neemt de Regieraad Bouw de Kennisagenda over.” De taskforce kennisontwikkeling bouw gaat onder voorzitterschap van Blankert meer focus en richting geven aan de investeringen in kennis. “Een eerste opgave voor de taskforce betreft het opstellen van de Kennisagenda 2010-2015. Met deze kennisagenda zal de taskforce vervolgens aankloppen bij programmerende en financierende organisaties voor bouwonderzoek vanuit overheid, opdrachtgevers en op opdrachtnemer. De taskforce wil voor het eind van 2008 een flinke slag kunnen maken in de operationalisering van deze bouwbrede kennisagenda.” In de taskforce participeren onder meer mensen van de technische universiteiten, Curnet en de uitvoerende bouw. Zij zullen zich bezighouden met de vraag: wat kunnen we in de komende jaren met opleidingen op verschillende niveaus voor elkaar krijgen. Niet alleen PSIBouw stopt er mee. De Regieraad Bouw gaat in zijn huidige vorm door tot eind 2009. “Hoe en in welke vorm de organisatie wordt doorgezet is nog niet zeker. Daar buigen we ons uiteraard wel al over. Medio volgend jaar, hopen we de overheid een alternatief te kunnen bieden waaraan ook de particuliere sector op gelijkwaardige basis aan zal deelnemen.” De financiering van een nieuw instituut ligt volgens Blankert geheel bij beide partijen. Problemen hierover ziet hij nog niet. “Er zijn al veel gesprekken gaande en ik heb nog geen enkele weerstand ondervonden.” Over het laatste congres was Blankert zeer enthousiast. “Ondanks de donkere wolken die boven de sector hangen was de sfeer positief. Op korte termijn gaan we misschien een economisch dal in. We zullen de draad na 2009 uiteindelijk weer goed oppakken.”
Overig Bouwnieuws
|
|