Architectuur: Tijdloos is niet smakeloos
Columns | Door Charles Groenhuijsen
Geplaatst: 09-02-2023
Even eerlijk: ik heb een haatliefde verhouding met architecten. Niks persoonlijks, er zitten ongetwijfeld ontzettend geschikte types tussen. Maar ik wind me op over de huizen die ze ontwerpen.
Ik verklaar mij nader... U kent ze ongetwijfeld, die nieuwbouwwijken met huizen die bijna een kopie zijn van de zo geliefde jaren-30 huizen (ontwerp van 100 jaar oud). Er ziin ook voorbeelden met nagebouwde grachtenpanden (400 jaar oud). Ik stond laatst mijmerend bij zo'n rijtje huizen. Het was een oase van goede smaak in een oerwoud van afzichtelijke blokkendozen. Ik vroeg me af: waarom gebruiken architecten niet vaker oude en bewezen ontwerpen? Wat is daar mis mee? Volgens mij doe je daarmee veel blokkendoos-bewoners een kolossaal plezier. Eens?
Er is een ándere nog interessantere vraag, die elke architect elke ochtend in de spiegel kijkend zichzelf moet stellen: Staan de huizen die ik nu ontwerp er over 100 jaar nog? Vinden burgers ze dan nog mooi? Hunkeren huizenkopers in 2123 naar een VINEX-woning uit 2023?
Voorspellen is niet mijn sterkste kant maar ik durf deze wel aan: Nee, ze zullen vast met afgrijzen en onbegrip naar die oude ontwerpen kijken; de huizen zelf zijn dan al lang en breed gesloopt. Ik gok dat de meeste jaren 30 Huizen van 20ste eeuw er dan nog wél staan. Toch? Ze zijn degelijk en tijdloos. Maar daar houden architecten niet van.
Het moet elke paar jaar anders, nieuw, hip, woke. Waarom eisen kopers en huurders niet vaker een oud ontwerp? Of worden architecten dan in eigen kring met de nek aangekeken omdat ze zonder veel creativiteit teruggrijpen op iets wat collega's eeuwen geleden verzonnen.
Ik heb 23 jaar in Washington DC gewoond. Al die tijd hadden wij - wat je daar noemt - een "colonial" (al 350 jaar hetzelfde). Het ziet er uit zoals u nu denkt: een houten huis, met een veranda en klassieke (nep)pilaren (ontwerp 2000 jaar oud). Het is zo'n lommerrijke straat uit de films, waar de krantenjongen vanaf zijn fiets met een sierlijke boog de Washington Post in de voortuin gooit. Ook binnen die huizen kom je veel klassieke elementen tegen. Tijdloos is niet smakeloos. Je ziet ze overal in de VS. Een paar straten verderop stond één huis dat nogal afweek van deze klassieke norm: Een soort Fred Flintstone-huis. Alsof er een reusachtige kwak paarse beton was neergesmeten, waar ze vervolgens wat ramen in hadden gehakt. Ik schat dat dit huis een jaartje of 40 oud is en durf te wedden dat het er over 40 jaar niet meer staat. Dan wordt op die plek een ouderwetse colonial gebouwd.
In de bouw kakelen ze wat af over duurzaamheid. Terecht. Maar ontwerpers en bouwers vragen zich zelden af hoe duurzaam hun ontwerpen zijn. Een wijk van 20 jaar oud ziet er ontzettend gedateerd uit. Ik woonde 40 jaar geleden (ja, dat was een vergissing) in een nieuwbouwhuis in Houten. Ik rijd er nog wel eens langs. Met kronkelstraatjes en woonerven. Oh, gruwel.
We zijn sinds die tijd geloof ik al drie nieuwbouwstijlen verder. Fijn voor de architecten, want de huizen gaan over niet al te lange tijd tegen de vlakte en dan mogen ze wéér iets lelijks en tijdelijks neerzetten. Bah!
Ik kijk intussen op van mijn toetsenbord naar het plafond: over de volle breedte (5.50 meter) kolossale, eeuwenoude balken met ornamenten. Ons huis in de binnenstad van Utrecht gaat terug naar de middeleeuwen. Zal ik het ooit vervangen door een modernistische betonkolos ontworpen door een zeer hedendaagse architect. U weet nu het antwoord.
Charles Groenhuijsen Reacties, suggesties: charlesgroenhuijsen@gmail.com
Overig Columns
|