Le plus belle spectacle de la modernite
Javascript is uitgeschakeld

Le plus belle spectacle de la modernité

Geplaatst: 29-05-2024

Er is een actuele aanleiding voor het citeren van deze enthousiaste uitspraak, gedaan door architect Le Corbusier tijdens zijn bezoek in 1930 aan de Van Nelle fabriek in Rotterdam, en wel een tweeledige.

Als eerste: op 10 mei j.l. werd de biografie (‘Een grillig idealist’, auteur Leonard Kooy) van de ‘bouwheer’ van de fabriek, Cees van der Leeuw, gepresenteerd in het Nieuwe Instituut. Ten tweede: 100 jaar geleden werden - in fases - de kavels in Rotterdam Overschie aangekocht waarop tussen 1926 en 1930 dit icoon van het modernisme zou verrijzen, naar een idee van Van der Leeuw in nauwe samenwerking met en naar ontwerp van architecten Brinkman en Van der Vlugt.

Het ontwerp voorziet in een moderne, schone ‘Toekomstfabriek’ met systematische processen voor de fabricage, verpakking en transport van tabak, koffie en thee; onder betere werkomstandigheden en met diverse sociale voorzieningen. Op het terrein bevonden zich o.a. een voetbal- en hockeyveld, tennisbaan en groentetuin; daarnaast ook een klaverjasclub en zelfs een kanariefokvereniging.

Bouwtechnisch is het eveneens revolutionair voor die tijd: ‘paddestoel’-kolommen en vloeren werden gelijktijdig gestort om de anders noodzakelijke dwarsbalken die het noodzakelijke daglicht hinderden - de fabriek is op een lengte van 220 meter slechts 17 meter diep - te vermijden. De stalen vliesgevels werden aan de vloeren gehangen, in de betonnen kolommen werden profielen opgenomen om flexibele wanden te kunnen verankeren. Technologie, zoals de controle-panelen voor elektra, werden in het volle zicht geplaatst: techniek mocht gezien worden.

Het gehele complex is sinds 1985 een Rijksmonument, staat sinds 2014 op de Werelderfgoedlijst van Unesco als voorbeeld van ‘outstanding universal value’ en is tussen 1998 en 2004 grondig gerestaureerd. Sinds 2001 is het als Van Nelle Ontwerpfabriek thuisbasis voor de creatieve industrie. Dit in vele opzichten nog altijd visionaire gebouwencomplex is meer dan alleen een modern fabriekscomplex; het is tevens het product van een ‘verlichte’ geest die onderkende dat gezonde leef- en werkomstandigheden mede bepalend zijn voor ons welzijn.

Het was waarschijnlijk Van der Leeuw, theosoof, wereldburger en - in de woorden van biograaf Leonard Kooy - grillig idealist die (op het laatste moment) op het dak van de tabaksfabriek een ‘Tearoom’ wilde; het werd - tot afgrijzen van de Modernisten - een rond paviljoen met een naar boven afgeronde glazen gevel die een vrije blik bood op stad en hemel. De aldus ontstane ruimte diende als ‘retraite’ waar hij tot rust en inzicht wilde komen. Na het vernietigende bombardement van de binnenstad op 14 mei 1940 diende het tevens als vergaderruimte voor gesprekken over de wederopbouw; inzicht over de toekomst en planvorming over de stad kwamen samen.

Hoewel achteraf veel gezegd en geschreven is over de uiteindelijke keuzes t.a.v. de wederopbouw en natuurlijk over de gevolgen voor de huidige stad: met het oog op de toekomst zou ‘de stad’ er alles aan gelegen moeten liggen om dit monument van de moderniteit te koesteren en te bewaken als representant van een ‘moderne’ visie op leven en werken.

Martin Pot is een onafhankelijke onderzoeker, denker en schrijver, woonachtig en werkzaam in Rotterdam. Hij studeerde aan de Technische School in Rotterdam en behaalde zijn Master in Interieurarchitectuur & Ruimtelijk Ontwerp aan de Willem de Kooning Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam.

https://martinpot.eu/

Overig Columns

Heilig Huisje 29-08-2024
Grote problemen, kleine oplossingen 13-06-2024
Op het kerkhof 14-05-2024
Pompen of verzuipen 16-04-2024
Over wonen en ‘place’ 28-03-2024
Gulzige rotzakken 13-02-2024
Wanorde, of systeem? 08-02-2024
Gevederde vrienden 08-01-2024
Zwaar verouderde architectuur 06-12-2023
Systeem(keuze) 21-11-2023
 

Onze partners

  • Kawneer
  • Heembeton
  • Therminon
  • Naxis Energy
  • SOPREMA
  • VIP ISOLUTIONS
  • MEDITE SMARTPLY
Sluit deze advertentie