Oude problemen, nieuwe vormen en v.v.
Columns | Martin Pot
Geplaatst: 12-12-2024
Er zijn van die momenten dat je je realiseert: deze discussie heb ik vaker meegemaakt, of dit werk is nog altijd relevant, en waarom is juist dit project in de vergetelheid geraakt?
In eerdere columns, ook op dit platform, heb ik verwezen naar het nog altijd terugkerende werk van Constant Nieuwenhuys: ‘New Babylon’; zijn fascinerende, volgens velen utopische wereld, mede gebaseerd op Johan Huizinga’s ‘Homo Ludens’. Deze regelmatige referentie mag overkomen als bewijs van nostalgische gevoelens; toch ben ik van mening dat zijn werk van groot belang is, toen maar zeker ook nu. Dat belang betreft dan eerst en vooral de denkrichting en (mogelijke) ruimtelijke/architectonische uitwerking; vandaar dat ik hier ook een ander voorbeeld in lijn met ‘New Babylon’ wil noemen.
In 2020 overleed op 96-jarige leeftijd Yona Friedman, de Frans-Hongaarse architect die stelde: “It is the responsibility of the architect to design structures that can be inhabited for the widest range of individuals and purposes”. Het zal velen bekend voorkomen: architectuur allereerst als organisatie, daarna als bouw en vormgeving. Friedman’s grootschalige ‘stedelijke’ structuren – o.a. de ‘Ville Spatiale’ (1958) – waren vooral bedoeld als mobiele en flexibele kaders voor een samenleving, met een nadruk op sociale waarden en daarmee de rol en grote mate van vrijheid voor haar bewoners.
De verleiding is groot om de onderlinge overeenkomsten van meerdere vergelijkbare projecten in relatie tot de maatschappelijke en technologische actualiteit te onderzoeken. De lengte van deze columns is echter niet groot genoeg voor een uitgebreide bespreking; toch een korte poging tot over- en inzicht.
Onze huidige tijd kunnen we in vele opzichten karakteriseren als onzeker, alsook een van de noodzaak tot her-denken en het maken van grootschalige, veelomvattende en soms ingrijpende plannen. Deze krijgen echter ook maar al te vaak het predicaat ‘utopisch’, alsof ze vrijwel per definitie m.n. sociaal/maatschappelijk onrealistisch en onhaalbaar zouden zijn. Maar, zoals Violette Schönberger in haar boek ‘Paradijs van Imperfectie’ (2024) stelt: “Vraagt de huidige roerige tijd niet juist om nieuwe vormen die het hedendaags democratisch krachtenveld kunnen symboliseren, (…) als wezenlijke representatie van de samenleving?”
De vraag dient zich dus aan welke deze ‘nieuwe vormen’ zouden moeten zijn en wie/wat de aangewezen entiteit is om deze te denken en vorm te geven. Het ontwerpen van grootschalige ‘structuren’ impliceert allereerst het inbedden in bestaande situaties en het faciliteren van het gebruik voor o.a. huisvesting; daarnaast zal het noodzakelijk zijn te bepalen waar (bouwkundige/gezamenlijke) structuur eindigt en (individuele) invulling begint. Dat vereist echter vooral een gelijk speelveld; niet een situatie waarin bewoners slechts gebruikers zijn maar bouwers, niet alleen een ‘homo ludens’ maar allereerst een ‘homo faber’. Opnieuw de verwijzing naar Friedman: zijn nadruk op eenvoud en het gebruik van eenvoudige materialen sluit aan op het zo noodzakelijk hergebruik waarmee tegelijk de traditionele frames van vormgeving worden doorbroken.
Idealiter impliceert dit andere sociale, economische en politieke structuren; met een ander ‘democratisch krachtenveld’ waarbij bewoners/burgers zich weer (mede) verantwoordelijk voelen/weten voor wat hun directe leefomgeving aangaat. Het huidig gebrek daaraan is geen oud probleem, evenmin is de oplossing nieuw; essentieel is ‘slechts’ de bereidheid vastgeroeste patronen te doorbreken.
Martin Pot is een onafhankelijke onderzoeker, denker en schrijver, woonachtig en werkzaam in Rotterdam. Hij studeerde aan de Technische School in Rotterdam en behaalde zijn Master in Interieurarchitectuur & Ruimtelijk Ontwerp aan de Willem de Kooning Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam.
https://martinpot.eu/
Overig Columns
|