TOjuli: De invloed van oriëntatie en glasoppervlak
Kennis | Door een onzer verslaggevers
Geplaatst: 27-07-2021
De energiebehoefte voor het verwarmen en koelen van de woning (BENG 1) wordt onder andere bepaald door de oriëntatie van de woning en de hoeveelheid glas in de gevel. Bij glas op het zuiden kan de winterzon de woning goed opwarmen, waardoor de energiebehoefte voor verwarming verlaagt. Maar, hoe meer glas op het zuiden, hoe groter de kans op oververhitting in de zomer. De oriëntatie en het glaspercentage bepalen dus ook het resultaat voor TOjuli.
Invloed op energiebehoefte Onze referentiewoningen zijn met de achtergevel op het zuidwesten georiënteerd. Dit is tevens de gevel met het grootste glaspercentage, namelijk 40%. Het wijzigen van de oriëntatie naar zuid is het meest gunstig voor BENG 1, omdat de zon in de winter de woning dan optimaal kan opwarmen. Dit levert een besparing op van 2,5 kWh/m2, terwijl een oriëntatie naar west juist zorgt voor een toename van BENG 1. Oost en west zijn voor deze referentiewoning het meest ongunstig voor BENG 1. Het toepassen van meer of minder glas op de achtergevel heeft een duidelijk effect op BENG 1. Hoe hoger het glaspercentage, hoe hoger de energiebehoefte.
Invloed risico op oververhitting In het geval van de referentiewoning is het risico op oververhitting het grootst bij een oriëntatie van de achtergevel (glaspercentage 40%) op het zuidwesten. Het aanpassen van de oriëntatie van de referentiewoning is gunstig voor de TOjuli en geeft een lagere waarde. Bij een oriëntatie op noordoost, noord en noordwest is het risico op oververhitting het laagst, de TOjuli voor de tussenwoning voldoet hier aan de eis. De TOjuli van de hoekwoning zit voor deze oriëntaties op ca. 1,80. Voor de hoekwoning moeten in alle situaties maatregelen genomen worden om het risico op oververhitting te voorkomen.
Als we de effecten op BENG 1 meenemen is een aanpassing van de oriëntatie op het zuiden een gunstige maatregel, aangezien zowel de energiebehoefte als het risico op oververhitting (licht) daalt. Bij gevels op het zuiden kan de zon effectief geweerd worden door (vaste) zonwering. Een diep overstek houdt op het zuiden de zomerzon effectief tegen, terwijl de lage winterzon nog wel ver naar binnen kan schijnen.
Hoe meer glas er wordt toegepast op de zuidwestgevel, hoe hoger het risico van oververhitting. Het effect is bij de hoekwoning iets groter dan bij de tussenwoning.
BENG-resultaten van de rijtjeswoning
Overig Kennis
|