Thermische isolatie
Kennis | Door de redactie
Geplaatst: 23-02-2016
In het Bouwbesluit 2012 worden eisen gesteld aan de thermische isolatie. De berekeningsmethode is te vinden in NEN 1068. De thermische isolatie heeft grote invloed op de EPC. Betere thermische isolatie verlaagt de EPC waardoor minder aanvullende maatregelen nodig zijn om aan de eisen te voldoen.
De thermische isolatie van vloeren, gevels en daken wordt aangeduid middels de warmteweerstand (R-waarde). Hierbij geldt hoe hoger de R-waarde, des te beter is de thermische isolatie. Bij ramen en deuren wordt de thermische isolatie aangeduid door middel van de warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde). In tegenstelling tot de R-waarde geldt bij de U-waarde hoe lager de waarde, des te beter de thermische isolatie.
Warmteweerstand De warmte kan op drie manieren door een constructie stromen: convectie, geleiding en straling. De R-waarde geeft aan in welke mate een constructie weerstand kan bieden tegen de verschillende warmtestromen. De warmteweerstand van een materiaallaag (Rm) wordt berekend door de dikte van het materiaal te delen door de warmtegeleidingscoëfficiënt λ (lambda in W/mK). De lambda wordt ook omschreven als de geleiding van warmte per meter materiaal. Hoe hoger de waarde, des te beter de geleiding, met een slechtere warmteisolatie tot gevolg. De te hanteren waarden voor de warmteweerstand van de luchtspouw (Rcav), de overgangsweerstand binnen (Rsi) en de overgangsweerstand buiten (Rse) staan beschreven in de NEN 1068 (zie correctiebladen).
Bouwbesluit Het Bouwbesluit 2012 stelt vanaf 1 januari 2015 strengere eisen aan de thermische isolatie van scheidingsconstructies die grenzen aan de buitenlucht of onverwarmde ruimte. Deze eisen zijn als volgt: - vloer : Rc ≥ 3,5 m2K/W - gevel: Rc ≥ 4,5 m2K/W - dak: Rc ≥ 6,0 m2K/W - ramen en deuren: U ≥ 1,65 W/m2K
Bovenstaande eisen uit het Bouwbesluit zijn van toepassing op de Rc-waarde. Om tot de Rc-waarde te komen, zal eerst de Rm-waarde van de afzonderlijke constructieonderdelen moeten worden bepaald. Als de Rc-waarde bekend is, kan ook de Rt-waarde worden vastgesteld. De Rt-waarde geeft de warmteweerstand van de totale constructie weer (de warmteweerstand van de materiaallagen, de eventuele luchtspouw en de overgangsweerstanden).
Overgangsweerstanden Op de Rt-waarde moet een aantal toeslagfactoren worden toegepast. Deze staan beschreven in de NEN 1068. Het gaat daarbij om de volgende factoren: - de toeslagfactor voor een omgekeerd dak; - de toeslagfactor voor de bouwkwaliteit; - toeslagfactor voor bevestigingshulpmiddelen zoals spouwankers; - toeslagfactor voor convectie.
Dit zijn toeslagfactoren uitgedrukt in een U-waarde. Om de toeslagfactoren over de Rt-waarde te kunnen berekenen, zal eerst de Rt-waarde omgerekend moeten worden naar een U-waarde. Dit kan gedaan worden door één te delen door de Rt-waarde. De toeslagfactoren worden vervolgens opgeteld bij de U-waarde van de constructie waarna deze weer kan worden omgerekend naar een Rt-waarde. Van de Rt-waarde kunnen vervolgens de overgangsweerstanden afgehaald worden om zo de Rc-waarde van enkel de constructie te bepalen.
Overig Kennis
|