Luchtdicht bouwen
Kennis | Door de redactie
Geplaatst: 18-11-2016
Naast de warmteweerstand, warmtedoorgang en koudebruggen wordt de bouwfysische kwaliteit van de schil ook beïnvloed door de luchtdichtheid. Daarom bevat het Bouwbesluit ook eisen voor de luchtvolumestroom.
Luchtdicht bouwen Door verlaging van de EPC-eis en verhoging van de thermische isolatie, wordt luchtdichtheid van de schil steeds belangrijker. Door niet goed afgedichte naden en kieren treedt een ongewenste luchtstroom op. Hierdoor vindt vermenging plaats van de koude buitenlucht met warme binnenlucht, waardoor temperatuurschommelingen ontstaan. Het is raadzaam om goede ventilatiemaatregelen te treffen in combinatie met een luchtdichte schil, die rekening houdt met een gezond binnenklimaat. Luchtdicht bouwen betekent dat er geen tot weinig warme lucht via ongewenste exfiltratie kan ontsnappen of koude lucht de woning kan infiltreren.
Luchtdoorlatendheid (qv10-waarde) De specifieke luchtvolumestroom (qv10;10;spec) wordt bepaald aan de hand van de NEN 8088:(2011). De qv10-waarde geeft de luchtdoorlatendheid van de schil aan in liters (dm3) per seconde per vierkante meter vloeroppervlak. De luchtvolumestroom verschilt per woningsoort, omdat deze afhankelijk is van het bouwjaar, het type woning en de uitvoeringsvariant (plat dak of hellend dak, hoekwoning of tussenwoning). Voor de invoer van de qv10-waarde ten behoeve van de EPC-berekening, zijn in de NEN 2687:(1989) luchtdichtheidsklassen opgesteld. De klassen zijn onderverdeeld in: basis (qv10 > 0,6 dm3/(s·m2)), goed (qv10≤ 0,6 tot >0,15 dm3/(s·m2)) en uitstekend (qv10 ≤ 0,15 dm3/(s·m2)). De maximale volumestroom volgens het Bouwbesluit wordt niet weergegeven in dm3/(s·m2)) maar in m3/s voor het totaal aan verblijfsgebieden. De eis die wordt genoemd in het Bouwbesluit is 0,2 m3/s.
De f-factor Op grond van het Bouwbesluit is de f-factor een weergave van de verhouding tussen twee grootheden. Enerzijds het verschil tussen de temperatuur op het binnenoppervlak van een constructieonderdeel en de buitentemperatuur, anderzijds het verschil tussen de binnentemperatuur en de buitentemperatuur. De f-factor is dimensieloos. Het getal geeft de thermische kwaliteit van een constructieknooppunt weer. Hoe lager de factor, hoe groter de kans op condensatie aan het oppervlak. Dit heeft te maken met de luchtvochtigheid, de binnentemperatuur en de grootte van de koudebrug. De f-factor moet minstens 0,65 zijn voor woonfuncties en 0,5 voor overige functies. Om de gewenste f-factor te realiseren is het belangrijk dat koudebruggen goed worden geïsoleerd. De f-factor kan worden berekend met bouwfysische software en is geen onderdeel van de Energieprestatieberekening.
Overig Kennis
|