Nederlandse doelstelling voor 2020
Kennis | Door Anne-marije Scheffe
Geplaatst: 22-12-2015
In 2005 heeft Nederland als onderdeel van de vijftien Europese landen al deelgenomen aan het eerste Kyoto Protocol. De doelstelling was een reductie van broeikasgassen met 6 procent voor 2012. Nederland heeft de eerste doelstelling gehaald onder andere door de aankoop van emissierechten. In 2012 is in Doha een verlenging van het Kyoto Protocol vastgelegd. Nederland is één van de zevenentwintig deelnemende Europese landen die deelneemt aan dit protocol.
De Europese doelstellingen voor 2020 zijn een reductie van 20 procent CO2-uitstoot, het vergroten van het aandeel duurzame energie naar 20 procent en 20 procent energiebesparing. Voor Nederland zijn de nationale doestellingen: een reductie van 16 procent broeikasgasuitstoot ten opzichte van 1990, het vergroten van het aandeel duurzame energie naar 14 procent en een jaarlijkse energiebesparing van 1,5 procent. De Nederlandse overheid verwacht de uitstoot van broeikasgassen tijdig terug te kunnen dringen en gaat ervan uit dat de aankoop van emissierechten in 2020 niet nodig zal zijn. De eis die is gesteld om het aandeel van 14 procent duurzame energie van het totale energiegebruik te vergroten, wordt echter niet gehaald. In 2012 was het aandeel hernieuwbare energie 4,4 procent en in 2014 is dit percentage gestegen naar 4,8 procent. Er zijn extra maatregelen nodig om het vergroten van het aandeel duurzame energie met 14 procent mogelijk te maken in 2020 (zie ook: 'Doelen Energieakkoord zijn haalbaar').
Hernieuwbare energie Als we spreken over energie dan kijken we naar opwekking van elektriciteit, opwekking van warmte en brandstoffen voor vervoer. Hernieuwbare energie wordt in alle drie de opties geimplementeerd. In 2012 kwam bijna driekwart van alle hernieuwbare energie uit biomassa ten opzichte van een kleine 20 procent windenergie en 8 procent uit overige bronnen, zoals waterkracht en energie uit de zon, bodem en buitenlucht. Als we alleen kijken naar de opwekking van elektriciteit dan is volgens cijfers van het CBS biomassa al jaren de belangrijkste productiebron. In 2014 was windenergie voor het eerst de grootste energiebron voor hernieuwbare elektriciteit.
Slecht De reductie van CO2-uitstoot en het percentage duurzame energie wordt niet alleen in Nederland bijgehouden, maar ook door alle andere deelnemende landen. De prestaties van deze landen worden geordend in een ranglijst, de 'Climate Change Performance Index'. In deze index wordt ieder land beoordeeld aan de hand van de uitstoot van broeikasgassen, het gebruik van hernieuwbare energie en de invoering van nationale wetgeving omtrent klimaatwetgeving. In de Index van 2015 staat Nederland op de 42e plaats met een score ‘slecht’. Nederland is het slechts scorende Europese land. De Verenigde Staten en China staan slechts twee en drie plaatsen lager in de ranglijst.
Urgenda en Greenpeace Ook naar aanleiding van de klimaattop in Parijs moet Nederland kritisch gaan kijken naar de doelstellingen na 2020. De Europese Commissie heeft eerder al doelen gesteld voor 2030, waaronder een reductie van de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent, een aandeel hernieuwbare energie van 27 procent en een verbeterde energie-efficiëntie van 27 procent. In Nederland zijn al maatregelen getroffen, zoals de nieuwe subsidieregeling voor duurzame energie in huis, maar ook greendeals voor bedrijven en organisaties. Ook de sluiting van kolencentrales zal bijdragen aan de reductie van CO2-uitstoot. Mogelijk zijn deze maatregelen echter niet voldoende om de gestelde doelstellingen te halen. Organisaties als Urgenda en Greenpeace pleiten daarom voor strengere eisen en meer maatregelen om dit mogelijk te maken. Daarnaast willen zij dat Nederland meer doet dan in de Europese eisen is vastgelegd om de opwarming van de aarde tegen te gaan.
Overig Kennis
|