Alle ins en outs rond de EPC
Kennis | Door Anne-marije Scheffe
Geplaatst: 19-01-2016
In het vorige artikel zijn we ingegaan op het Bouwbesluit en de NEN- en ISSO-normen. Het Bouwbesluit is in 1992 opgezet. Drie jaar later is de Energieprestatienorm (EPN hieraan toegevoegd. De berekening van de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) is toen vastgelegd in de NEN 5128 voor woningbouw en in de NEN 2916 voor utiliteitsbouw. Sinds 2011 zijn deze rekenmethodes samengevoegd in de NEN 7120 en wordt de norm vanaf dat moment de Energieprestatie van Gebouwen (EPG) genoemd.
De EPC is een dimensieloos getal dat de energiezuinigheid van een gebouw weergeeft. De EPC is afhankelijk van verschillende factoren zoals de isolatiewaarde van de schil, de compactheid en orientatie van het gebouw, het rendement van de installaties en de mogelijkheid om zelf energie op te wekken.
EPC-eisen De EPC-eisen worden gegeven voor woningbouw en utiliteitsbouw. Voor alle typen woningbouw geldt één uniforme EPC-eis. Deze eis is op dit moment 0,4. Voor utiliteitsbouw is deze opgedeeld in verschillende functies zoals scholen, kantoren, etcetera. Iedere functie heeft een andere EPC-eis. Vanaf 2020 geldt voor alle functies een EPC van 0,0. Hoe lager de EPC, hoe beter de energieprestatie. EPC 0,0 betekent dat een gebouw in principe op jaarbasis energieneutraal is. De hoeveelheid opgewekte energie is gelijk aan de hoeveelheid gebruikte energie.
Gebouwgebonden energieverbruik De EPC geeft de verwachte energieprestatie over een jaar tijd met een standaard gebruikersgedrag en exclusief het niet-gebouwgebonden energieverbruik. De EPC wordt berekend met het gebouwgebonden energieverbruik, zoals energieverbruik voor verwarmen, tapwater, ventilatoren, verlichten, koelen en be- of ontvochtigen (utiliteitsbouw). De uiteindelijke energieprestatie kan afwijken door een afwijkende bouwkwaliteit, een afwijkend jaarklimaat en afwijkend bewonersgedrag. Een lage EPC geeft dus geen garantie voor een laag energieverbruik. Ook betekent dit niet dat de energierekening laag is. Dit is namelijk naast de afwijkende werkelijke situatie ook afhankelijk van alle apparatuur in huis. De EPC houdt namelijk geen rekening met het energieverbruik van televisies, koelkasten of computers.
Berekening EPC De berekeningsmethode voor de EPC staat beschreven in de NEN 7120. Hierin wordt verwezen naar de NEN 1068 voor de berekening van de R-, U-, Ht en psi-waarden. Ook wordt verwezen naar de NEN 8088 voor de berekening van het warmteverlies door ventilatie. In het verleden kon de EPC handmatig worden berekend. De berekening is inmiddels zo complex dat gebruikgemaakt moet worden van gecertificeerde berekeningssoftware zoals Enorm, Uniec 2, Vabi, Tweesnoeken of Bink EPG. In de volgende artikelen zullen we ingaan op de verschillende NEN-normen en de informatie die daarin te vinden is.
Overig Kennis
|