Energielabel
Kennis | Door Anne-marije Scheffe
Geplaatst: 15-11-2016
Een energielabel geeft de energetische kwaliteit van zowel nieuwbouw als bestaande bouw weer. Er zijn echter verschillende manieren om tot een energielabel te komen. Bij nieuwbouw kan het energielabel worden afgeleid van de EPC. De verschillende manieren om aan een energielabel te komen voor bestaande bouw worden in dit artikel besproken.
Vanaf 1 januari 2015 is de wet- en regelgeving betreffende het energielabel veranderd. Alle particuliere woningbezitters ontvingen een vereenvoudigd label en alle overige partijen zoals woningcorporaties kunnen, aan de hand van de Energie Index, het energielabel van een woning laten bepalen door een EPA-W adviseur. Het energielabel is verplicht bij verhuur of verkoop van een woning. Voor utiliteitsbouw wordt sinds 1 juli 2015 bij verhuur of verkoop gecontroleerd of een energielabel aanwezig is. Dit label wordt bepaald door een EPA-U adviseur. Gebouwen waarvoor bij nieuwbouw de EPC is berekend kunnen de eerste tien jaar na oplevering het energielabel baseren op de EPC. Na tien jaar zal bij verhuur of verkoop een nieuw energielabel bepaald moeten worden. De Inspectie, Leefomgeving en Transport houdt toezicht op de aanwezigheid van een definitief energielabel op het moment dat een woning wordt verkocht of verhuurd. Als het label ontbreekt, kan een boete worden opgelegd.
G tot en met A Op het energielabel staat de energetische kwaliteit van het gebouw weergegeven. Door het energielabel verplicht te stellen bij de verhuur of verkoop van een gebouw wordt het nemen van duurzame maatregelen om het energielabel te verhogen gestimuleerd. Het energielabel wordt weergegeven met een letter van G tot en met A waarbij G een slechte energetische kwaliteit weergeeft en A een goede energetische kwaliteit. De eerder gebruikte A+ en A++ vervallen.
Vereenvoudigd label Voor woningen is het voorlopig energielabel bepaald aan de hand van het bouwjaar en de energielabels van de omliggende woningen. De bewoner kan zelf het energielabel online omzetten in een definitief label door bewijsmateriaal te leveren voor de energiezuinigheid van de woning. Het verschil tussen het vereenvoudigd label en de Energie Index zit in de nauwkeurigheid. Voor een energielabel wordt gekeken naar de woning; woningtype, bouwjaar, gebruiks-/woonoppervlak. Daarnaast wordt bij het vereenvoudigd label gekeken naar negen energetische kenmerken. Voor het bepalen van de Energie Index wordt gekeken naar honderdvijftig kenmerken van de woning
Energie Index De nieuwe berekeningsmethode voor de energetische kwaliteit van een bestaande woning heet Energie Index (EI). De berekeningsmethode voor de Energie Index is opgenomen in het Nader Voorschrift. Het Nader Voorschrift is op 1 januari 2015 ingevoerd en is een aanvulling op de NEN7120. De Energie Index wordt weergegeven aan de hand van een cijfer. Hoe lager dit cijfer, hoe energiezuiniger de woning. Aan de hand van deze Energie Index wordt het energielabel bepaald.
Financiele gevolgen Door de nieuwe berekeningsmethode kan het label bepaald door de EI in een andere categorie vallen dan het label zoals opgesteld voor 1 januari 2015. Een van de oorzaken hiervan is dat in de bepaling van de Energie Index meer factoren worden meegenomen dan in de bepaling van de energielabels voor 1 januari 2015. Dit kan invloed hebben op het woningwaarderingsstelsel waar de maximale huurprijs uit afgeleid kan worden. Het label D bijvoorbeeld staat gelijk aan een Energie Index tussen de 1,8 en 2,4 en geeft 14 punten voor een eengezinswoning. Het kan zijn dat een woning voorheen een Label D haalde maar met de berekening van de Energie Index een cijfer lager dan 1,8 krijgt en een label C krijgt. Als gevolg hiervan krijgt de woning meer huurpunten en mag een hogere huurprijs gevraagd worden. Het vereenvoudigd energielabel kan in tegenstelling tot de Energie Index niet worden gebruikt voor financiƫle zaken zoals aanvragen van subsidies of de bepaling van de huurprijs.
Overig Kennis
|