Huiskamer van de toekomst is vooral authentiek
Productnieuws | Door de redactie
Geplaatst: 06-03-2014
 Thomas Rau (architect) en Edo Rem (Forbo Flooring)
De leefruimte van de toekomst is authentiek, afgestemd op het individu, duurzaam en combineert hightech domotica met veel groen, planten en toepassingen uit de biomimicry. Daarnaast zal de huiskamer van de toekomst multifunctioneel zijn in de zin dat er bijvoorbeeld in gewoond, verzorgd, gewerkt, gespeeld en vergaderd wordt, maar de ruimte is niet per se van onszelf. Knus- en menselijkheid in de zin van een fijne houtbrander of het oud geërfde kastje van oma blijven. Dat waren zo maar een paar inzichten die boven tafel kwamen tijdens het rondetafelgesprek dat Forbo Flooring afgelopen week organiseerde in de Watertoren in Bussum.
Aan tafel zaten een keur aan prominenten uit de wereld van de architectuur, het interieur, design, duurzaamheid, kunst, toekomstkunde en wetenschap zoals architect Thomas Rau, oud-directeur van de Biënnale Interieur Moniek Bucquoye, Monique van der Reijden van de Dutch Style Company, creatief directeur Materia Els Zijlstra, professor binnenmilieu TU Eindhoven Marcel Lomans, kleuren- en omgevingswetenschapper Iris Bakker, hoofd productontwikkeling Forbo Flooring Edo Rem, toekomstverkenner Freija van Duijne, kunstenares Christien Meindertsma en ‘pater familias’ Michiel Haas, directeur van het NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie), architect en professor aan de TU Delft. Gespreksleider was Mary Hessing, hoofdredacteur Eigen Huis & Interieur. Zij had niet alleen oog voor de esthetische aspecten, maar ook voor duurzame, technologische en sociologische ontwikkelingen die de huiskamer van de toekomst gaan bepalen.
De Belgische designgoeroe Moniek Bucquoye trapte af met een technologische en sociologische insteek. ‘Stoelen en meubilair zijn ballast. We zullen onze gewenste ruimte daar waar we zijn, projecteren via bijvoorbeeld augmented reality of we beamen onze favoriete sofa door. Grootschalige productie wordt dus overbodig.’ Ze voegde daar nog aan toe dat één procent van de bevolking nu bepaalt hoe de huiskamer eruitziet. ‘In 2047 zal dat 99 procent zijn.’ Iedereen zijn eigen ontwerper dus.
Architect Thomas Rau en omgevingswetenschapper Iris Bakker voorspelden een zijnsrevolutie. Thomas Rau: ‘Dit wordt de eeuw van de immateriële waarde. We gaan van eigendom naar eigenslim en haalbaarheid zal niet langer de leidraad zijn. In plaats daarvan zal de mens zijn relatie met de planeet herstellen door de gevolgen van zijn gedrag in te zien. Hoe kunnen we ons in een gesloten systeem als de aarde bewegen en gedragen. Beperking wordt de nieuwe luxe.’ Iris Bakker sprak van een bewustzijnstendens. ‘Vroeger zagen we het lichaam als een stokje dat het hoofd droeg. Nu wordt het gevoel belangrijk. Zodra je kunt voelen en vervolgens om jezelf geeft, kan je dat ook voor anderen doen. De snelweg gaat plaatsmaken voor het kronkelpad’. Ook toekomstverkenner Freija van Duijne dacht in die richting met haar statement dat de verwezenlijkingvraag steeds nadrukkelijker wordt gesteld. ‘Wat kan ik bijdragen?’
Thomas Rau gaf aan niet te geloven in de onze tijd bijna heilige techniek: ‘Techniek is een gebrek aan kennis van de natuur. De Romeinen wisten al hoe de natuurwetten werkten en gebruikten die in de bouw. Wij compenseren onze onwetendheid met techniek.’ Ook professor Michel Haas plaatste zijn vraagtekens bij het vooruitgangsdenken. ‘Techniek heeft het gevoel van welzijn weggehaald. We voelen ons niet prettig bij wat tegennatuurlijk is. Welzijn en gezondheid worden, zo denk ik, steeds belangrijker. Neem de draadloze maatschappij. We weten totaal niet wat de gevolgen van bijvoorbeeld Wifi voor onze gezondheid zijn.’ Ook Els Zijlstra van het materialenplatform Materia deed een duit in het zakje: ‘Innovatie is de naam voor een artificiële revolutie om de consequenties van je handelen niet te hoeven dragen. Waarom trekken we niet gewoon een trui aan als we het koud hebben.’ En alhoewel professor Marcel Lomans een belangrijke rol in de huiskamer van de toekomst zag weggelegd voor domotica en techniek - zoals sensoren die reageren op menselijk aanwezigheid en zorgen voor directe aanpassing van het licht als je een ruimte betreedt of vertellen wanneer je de vloer moet schoonmaken - vond hij wel dat de mens daarbij centraal moet staan. Meten aan de mens dus. Maar hoe die kritische aantekeningen bij ons geloof in technologie te rijmen met een wereld die steeds vlugger draait, vroeg Edo Rem van Forbo Flooring zich af: ‘Je ziet een constante versnelling van de levenscycli van onze producten en alles om je heen. De realiteit lijkt dus wel in techniek te geloven.’
Toehoorder Jan Bom van het duurzaamheidblad P+ was na al dat sociologische, technologische en filosofische geweld toch ook wel benieuwd hoe de vloer en de rest van de huiskamer er uit zou zien in 2047. Freija van Duijne gaf antwoord: ‘Nederland is van oudsher een landbouwland. We moeten een economie ontwikkelen gebaseerd op bio-based materialen en biomimicry. Denk aan puur Hollandse materialen als aardappelzetmeel of uienschillen, of de oude tradities van vezelwinning in het oosten en harsen. De vloer van de toekomst bestaat uit eerder gebruikte grondstoffen - dat kunnen gerecyclede materialen zijn - maar ook natuurlijke materialen die lokaal beschikbaar zijn.’ Christien Meindertsma: ‘Denk bijvoorbeeld aan linoleum. Dat is heel Nederlands en duurzaam.’
Mocht de voorspelling van Van Duijne uitkomen, dan vergt dit nog wel een omslag in denken van de consument. Voor deze speelt de prijs van een product nog een erg grote rol. Neem het t-shirt dat je koopt voor 5 euro. Je weet dan volgens Meindertsma, ‘dat zoiets niet duurzaam geproduceerd is en hoogstwaarschijnlijk gemaakt door werknemers die lijden onder slechte omstandigheden.’ Zij stelde ook heel nadrukkelijk de vraag of producten in 2047 eindelijk transparant geproduceerd zullen worden. Iedereen hoopte dat dit zou moeten gebeuren - getuige bijvoorbeeld de quote van Els Zijlstra dat ze blij word van een biokip in haar soep of de geur van echt hout in huis; de eerder genoemde authenticiteit en echtheid - maar toch blijkt de consument nog vaak geinteresseerd in goedkope producten.
Dat werd beaamd door Edo Rem: ‘Wij als Forbo hebben een dilemma. We adviseren het liefst Marmoleum want dat is een door en door duurzaam en eerlijk product, maar de markt wil ook vinyl. En aangezien we aan de klantvraag willen voldoen en we ook een economische eenheid zijn waar heel veel mensen werken en van afhankelijk zijn, gaan we daar in mee.’ Thomas Rau zag een oplossing: ‘Toen Toyota de Prius wilde introduceren, huurde ze een heel duur marketingbureau in om te kijken of er een markt was voor die auto. Dat bureau kwam terug met een rapport concluderend dat er geen markt was voor de Prius. Daarop zei de CEO van Toyota: ‘Mooi. Er is nog geen markt, we gaan een markt creëren’.' Rau stipte daarnaast aan dat Forbo de intrinsieke waarden of de eigen kwaliteiten van de door haar gebruikte en eerlijke grondstoffen zoals lijnzaad en jute zou moeten intensiveren en gebruiken op de markt. Forbo gaf aan daarmee bezig te zijn en het verhaal achter de duurzame ingrediënten van Marmoleum te vertellen. Lijnolie dat afkomstig is vlas en houtmeel afkomstig van de nabijgelegen houtindustrie bijvoorbeeld.
Na deze marktverhandeling, volgde de inrichting van de huiskamer zelf. Voor sprekers als Monique van der Reijden en Freija van Duijne zal het op het gebied van interieur en design - mede door de technologische revolutie - nog meer gaan om sfeer en emotie. ‘Er zullen zogenaamde freezones ontstaan zonder internet en werk’, aldus Monique van der Reijden: ‘Daarnaast gaan we de natuur integreren in ons leefruimte, waarbij de tuin ook een kamer wordt.’ Freija van Duijne vulde aan: ‘De fijne eettafel om met vrienden aan te zitten, blijft natuurlijk, net als het kastje van oma.’ Iris Bakker zag een andere belangrijke ontwikkeling: ‘Hoe kunnen we interieurelementen mengen met natuurelementen? Verfproducent PPG verwerkt bijvoorbeeld nanotechnlogie van lotusplanten in haar verf. De bladeren van die plant hebben een patroon waardoor modder niet kan hechten. Dat resulteert nu in verf die gevels langer schoonhoudt.’
Dit bracht de discussie via een omwegje voor de tweede keer op het onderwerp domotica. Daar werden wederom vragen bij gesteld. Els Zijlstra: ‘Saint Gobain maakte glas dat vanzelf verkleurt als de zon schijnt en zo als zonnescherm fungeert, maar is daarmee gestopt omdat mensen het niet wilden kopen; ze willen zelf bepalen hoe hun ruimte functioneert.’ Je wilt heel low-tech weten waar de deur in je kamer zit, meldde een toehoorder. Iris Bakker probeerde een conclusie te trekken: ‘Mensen willen waarheid. Die kun je in je omgeving uitdrukken met authenticiteit.’ Els Zijlstra beaamde dat. Haar klanten zoeken heel veel op biobased en biomimicry, maar stelde ze nadrukkelijk ook nog steeds plastic. De ene pool lokt de andere uit, verklaarde Bakker. ‘Low-tech en high tech, verstand en gevoel.’ Sensoren, robots en hightech aan de ene kant, maar ook je veilig voelen, gezellig eten en low tech.
De leefruimte anno 2047 zal verder verschillende functies gaan combineren. Werken, verzorgen, wonen, ontspannen en ontvangen, het gebeurt allemaal vanuit thuis. En dat eigendom populariteit aan het verliezen is ten aanzien van ruilen, bleek ook op algemene consensus te kunnen rekenen. Dat resulteerde in een slotvraag van Van der Reijden: ‘Hoe houden we onze identiteit als onze huiskamer niet meer van ons is, maar we alles ruilen?’ Misschien dat Moniek Bucquoye daar in het begin antwoord op gaf met haar projecteerbare huiskamer en gebeamde sofa.
Bron: Forbo Flooring
Overig
|